Go to content

Main menu:

Theo Streefkerk en zn Ameide


Selectiecriteria


COLUMN De visie van: 18'07'2012 Selectiecriteria

Ik wil mijn verhaal beginnen met iets te vertellen over mijn aankoopregels + voorwaarden. En die van het Team Eijerkamp. In de voorbereiding van dit verhaal heb ik gekeken en kunnen horen uit de mond van een der zonen van Hans Eijerkamp dat je los van de prestatieduiven ook moet letten op ongeveer 7 kwaliteitspunten: de Eijerkamp Pigeon Quality Criteria (EPQC). Bij duiven die niet zijn getest op de vlucht.
Ik zal in het kort de 7 EPQC met je doornemen.
1. Genetische vermogens..
Om te kunnen weten wat een duif zou moeten kunnen presteren heb je de mand nodig + de stamboom van de duif om te achterhalen of de (voor)ouders wel zo goed hebben gepresteerd als wordt gezegd. Team Eijerkamp zegt er wel bij dat ze zoveel duiven hebben dat ze niet allemaal door de mand kunnen vallen tijdens de wedvluchten. Vandaar dat ze dit zeer leerzame en goed doordachte selectiesysteem hebben bedacht.
Ik ben het met het Team eens, maar wat vinden zij van het verschijnsel stamboomfraude? Hoe weet ik nu voor de volle 100% zeker dat die stamboom eerlijk en realistisch is weergegeven? Als ik soms zie hoe gemakkelijk melding wordt gemaakt van de bloedzuiverheid van wereldberoemde duiven en melkers die al jaren dood zijn… Dan krijg ik toch een ietwat vreemde geur in mijn neus: "dit zaakje stinkt'' denk ik dan. Ik weet gelukkig redelijk het kaf van het koren te scheiden. Er zijn mensen die niet doorhebben dat de boel een heel klein beetje wordt geflest. Die lopen helemaal warm bij van die indrukwekkende namen, zoals de Gebr. Janssen uit Arendonk. Terwijl ik als nuchtere Groninger realistisch genoeg ben om te voelen dat ik tot op het bot toe in de veiling wordt genomen. Het zijn maar enkele hokken die zich het originele kweek- en vluchtmateriaal kunnen permitteren. Zoals bv een Team Eijerkamp.
Echter, als er mensen zijn die zichzelf via deze geconstrueerde stambomen willen laten inspireren vind ik dat prima. Ik vind mijn plezier en inspiratie in het houden van mijn hand op de portemonnee. Ofwel ik koop liever 1 duif van een vrolijke Frans, die goed presteert. Dan 10 stuks bij een commerciële duivenboer, met de mooiste stambomen die je maar kunt bedenken. :
2. Uitstraling van een goede kweek of vliegduif
In Zutphen zijn ook zeer gecharmeerd van de juiste uitstraling van een duif. Die moet vitaal en intelligent zijn. Enzovoort.
Met de moed der wanhoop kijk ik ook altijd naar de zogeheten intelligente blik of kop van een duif, maar wat is een intelligente blik? Ik heb al meerdere keren een duif weggedaan die best redelijk uit zijn beide ogen kon kijken. Toch had ik wel door dat deze intelligent ogende duif geen meerwaarde was voor mijn zeer kleine stam duiven. Wat niet wegneemt dat ook ik blijf zoeken naar die super intelligent kijkende en in de hand wringende duif. Ja, want ook ik snap wel dat een dooie diender niet verder komt in een duivenleven. Dan heb ik hier niet over de nachtvliegers en overnachtingduiven.
Ik zeg: met de moed der wanhoop. Soms wil ik wel dwars door een duif heen kijken om erachter te komen of het een bruikbare duif is. Dan zet ik mijn beide argusogen op. Maar hoe ik ook kijken kan en ook soms doe. Ik kan nooit en te nimmer het raadsel der duivenmysterie meehelpen ontrafelen. Om je toch enigszins te kunnen oriënteren ben ik blij met de EPQC Van het Team Eijerkamp. Niet door het klakkeloos te kopiëren. Nee, gewoon als een soort van richtlijn om zelf mijn eigen criteria aan te ontlenen.
3. Balans van de duif
Team Eijerkamp ziet heel graag een duif in balans qua stuit, rug, vleugels enz. Het moet met elkaar een balans uitmaken.
Ik zelf zie dit net zo. Alles moet met elkaar in een zekere mate aan elkaar gelijk zijn. Een duif met van die grove grote neusdoppen mag ook best wat ruwer in zijn nekvel steken. Een zeer fijnbesnaarde doffer of duivin qua kop mag niet op van die grote kippenpoten hoeven te staan. Snap je? Ik zie het liefst doffers die ik qua uiterlijk zou willen scharen onder de BMW: snel, cool en deftig. Maar een duivin hoeft voor mij geen BMW juf te zijn hoor. Nee, geef mij dan maar de helderheid en kreukelzone van een Volvo 740 of Saab 93. Met spieren zo gevuld als een airbag. Kortom, duivinnen moeten in mijn ogen zeer degelijk, kreukloos en altijd monter zijn. Die mogen eigenlijk nooit ofte nimmer iets van sleet en oververmoeidheid tonen. Ook al zijn ze dit wel hoor. Begrijp me niet verkeerd: het zijn beesten en geen robots.
4. De vleugel
Team Eijerkamp is ervan overtuigd dat de laatste 4 slagpennen de belangrijkste pennen zijn, want zoals ze daar menen maakt de duif daarmee zijn snelheid. Met andere woorden: hoe dichter de laatste 4 slagpennen, des te trager wordt de duif in het bereiken van zijn (top)snelheden. En andersom: des te mooier de laatste 4 verspringingen, des te meer snelheid een duif kan ontwikkelen.
Ik zou hieraan toe willen voegen: laten we is iets vaker letten op de wendbaarheid van een duif. Ik zie met enige regelmaat kleine groepjes duiven hier over het Groninger landschap vliegen. Dan volgen ze hierachter een vrij brede sloot. En dan zie je steeds 1 duif consequent die waterlijn blijven volgen, terwijl de rest van de groep een bocht maakt. Bijvoorbeeld als er een klein aantal bomen en boerderij voor hun uit opdoemt. Dan kun je heel mooi zien dat 1 duif gewoon lekker door vliegt en geen snelheid verliest. Terwijl, zijn groepsgenoten volledig van koers raken en logischerwijze aan snelheid moeten inboeten.
Mijn voorzichtige en eerste conclusie is: sommige witte raven hebben de moed om stoïcijns hun koers te blijven volgen. Die laten zich niet of nauwelijks van hun ideale vluchtlijn afbrengen. Ze ogen in de vlucht minder wendbaar en elastisch, maar ze compenseren deze (vleugel) tekortkoming met hun ijzeren moed om door te jakkeren richting huis. Dus deze witte raven zullen (denk ik) veel eerder op de plank vallen dan van die moderne en wendbare duiven, want die raken door deze mooie kwaliteit eerder los van de ideale vlieglijn: een zo recht of kort mogelijke lijn; vanaf de losplaats naar het eigen hok.
5. Spieren als kabels
Team Eijerkamp geeft hoog op van de spieren van een duif. Nou, wie durft hier iets tegen in te brengen? Ik niet : Of het moet het volgende zijn: de interne zuurstofverbranding.
Ik kijk altijd als eerste naar een duif zijn borstbeen en borstvlees. De kleur van het vlees bepaalt voor mij in hoge mate de kwaliteit van de spiermassa. Het bloed en de kwaliteit ervan is voor mij van de grootste betekenis. Is een duif zo roze als verse zalm, dan is dit een teken voor mij dat deze duif een zeer hoge opname en opslagcapaciteit heeft voor o.a. zuurstof. Let op: een rosse gekleurde borst, in de winter. Want tijdens het vluchtseizoen mag deze kleur niet voorkomen. Nee, tijdens de winter of rustperiode zie ik een duif graag rosse en tijdens het actieve seizoen, zie ik graag bijna dieppaars als kleur want dan ben ik er gerust op dat het bloed prima zijn werk doet: het rondmengen van allerlei voedingstoffen en hormonen. Terwijl een duif op rust dit allemaal veel minder hard nodig zal hebben.
6. Organen en de keel
Team Eijerkamp heeft een zeer goede oplossing bedacht om de kwaliteit van de organen te beoordelen. Niet alleen door de kleur van de keel te bekijken. Nee, door de diepte van het luchtgat te zien als een hele belangrijke indicatie om te beoordelen of de organen wel in orde zijn. Er wordt niet bij vermeld precies welke organen maar ik ga ervan uit dat ze de luchtorganen (zoals de longen) op het oog hebben.
Mijn regelmatige inkijkoperatie naar de binnenzijde van de duivenkelen heeft te maken met mijn zoektocht naar de kleine duvels die we Trichomonase noemen. Deze kleine duveltjes zijn een gesel voor iedere duif. Daarom zoeken wij massaal als melkers naar een gezonde en afdoende oplossing. Tot nu toe zijn we niet verder gekomen dan een schepje Buisman (:) en antibiotica. De vele soorten prebiotica ten spijt: geen enkele van deze zachte heelmeesters is afdoende om een duif te vrijwaren van de trichomonase familie.
Mijn enige en afdoende oplossing is: uitselecteren. Een duif die niet op eigen kracht van deze trichomonade duveltjes kan afkomen, die kan maar beter niet op mijn hokken blijven, want ik ben principieel tegen het inzetten van antibiotica en dergelijke. Ieder ander natuurlijk middel wil ik best uitproberen en overwegen, maar meer dan een pleisterplakken is het niet. Dus kom ik weer als vanzelf bij mijn oplossing: uitselecteren in plaats van lopen dokteren.
7. Pluimage
Voor het Team Eijerkamp is de vetheid van de pluimen zeer belangrijk. Daar kan ik me volledig in vinden, ,aar ik heb nog een nieuw gezichtpunt en die wil ik hier graag met je delen.
Ik zie het volgende als een waardevolle aanvulling: een duif met een extreem vette pluim sluit inderdaad de regendruppels buiten; ze parelen. Maar hoe vaak vliegt een duif in de regen? In 2012 wel heel erg vaak. Maar normaler wijze kan een duif prima tegen regenwater. Dan kunnen ze met gemak een vol uur vliegen in een flinke regenbui. Of niet soms? Ik zie in die overdreven vettige pluim eerder een ander voordeel en dat is de warmte isolatie.
Een duif met een soort autowasstraat pluim; waar de waterparels vanaf rollen, die heeft een prima isolatievermogen en verliest wellicht veel minder snel zijn warmte energie, dan een duif met een iets drogere pluim. Ofwel: een vettige pluim is ook goed om een duif langer te laten genieten van zijn eigen interne kacheltje…:
Nawoord: De criteria die ik hierboven heb besproken en geleend van het Team Eijerkamp, zijn verre van volledig want een duif is op nog veel meer punten te meten. Zo ontleen ik ook heel veel informatie over een duif als hij enkele dagen alleen of samen met enkele andere duiven is opgesloten. Dat kan in een eigen verzendingsmand zijn. Of in een speciaal hiervoor ingericht testhok. Ik hoef maar te denken aan de uiterst succesvolle duivenspeler en dierenarts Jellema. Die samen met zijn vader de duiven uittest op o.a. gewichtsverlies na een zware fondvlucht. Op hun aangeven doe ik iets soortgelijks. Ik plaats nog los van de vlucht de duiven in een mand. Met vrij weinig voer, maar wel met een normale drinkwater voorziening. Het is zeer interessant en leerzaam om na 2 - 3 dagen al de gewichtsverschillen en verschillen in territoriumgedrag te kunnen noteren. Misschien iets om over na te denken..?


Sportgroeten,
Rob van Hove














Welkom | Introductie | Verzorging | Resultaten | Stamopbouw | Te koop | Informatie | Keuringen | Nieuwsbrief | Contact | Site Map


Back to content | Back to main menu