Verwonde Amsterdamse crimineel

Herman werd seksueel misbruikt door zijn leraar. Na van school gestuurd te zijn ontwikkelt hij zich tot drugsverslaafde en crimineel. In de Bijlmerbajes komt hij tot bezinning. "Moet je kijken wat je van je leven hebt gemaakt. Opgesloten tussen vier muren met alleen een kijkgaatje in een vlamrode deur. Waar ben je mee bezig?!"

lijn_keerpunt.gif (1634 bytes)

In de gevangenis
Hij nam me mee naar de douchecel en bond me daar vast. Wat kon ik doen? Hij kleedde me uit, begon me te slaan, puur om zijn eigen genoegens te bevredigen. Na die gebeurtenis durfde ik geen enkele leraar ooit nog te vertrouwen. Sterker nog, sindsdien wantrouwde ik elke vorm van gezag. Het leek er immers op dat zelfs m'n ouders bij dit spel betrokken waren.

Ik was amper twaalf jaar en zat in de zesde klas. Wat kon ik beginnen? Deed ik niet wat m'n leraar wilde, dan kreeg ik slechte cijfers. En volgens m'n leraar wist moeder van de hele situatie af. Dus daarmee was de laatste uitweg definitief afgesloten. Het zou er allemaal wel bijhoren, als zelfs m'n ouders akkoord gingen.

Vier maanden lang hield hij me zo in z'n greep en ik... ik kon geen kant uit. Als een schuw hondje zat ik in de klas. Die stress! Ik kon me niet concentreren, en wanneer de leraar ook maar enigszins te dichtbij kwam, kromp ik in elkaar. Ik voelde me geïsoleerd. Waar, bij wie kon ik terecht?

Een keer ben ik naar de pastoor gegaan, maar op het laatste moment kon ik het hoge woord er niet uitgewrongen krijgen. Ik schaamde me zo. Uiteindelijk besloot ik alles gelaten over me heen te laten komen. Maar m'n vertrouwen in mensen die het "voor het zeggen hadden" was definitief weggeslagen. Leraren kon je blijkbaar niet vertrouwen, en ik verweet m'n ouders dat ze - dat beweerde de leraar immers - het spelletje meespeelden.

Tegen gezag en autoriteit

Ontgoocheld begon ik me af te zetten tegen elke vorm van autoriteit en leiderschap. Van een normaal, gezellig jochie dat er, net als z'n vriendjes, van droomde profvoetballer te worden, veranderde ik in een lastig, rebels en eigenzinnig kereltje. Op de drempel van de puberteit, zo aan het begin van m'n zoektocht naar een eigen identiteit, liep m'n persoonlijkheid een onherstelbare deuk op.

Van school gestuurd

Op m'n vijftiende was de maat vol. Vanwege frequent spijbelgedrag en ongemotiveerdheid, werd ik van school gestuurd. Ik herinner me die dag als de dag van gisteren. Het feit op zich dat ik van school gestuurd werd, interesseerde me niet bijzonder. Maar toen ik langs het schoolgebouw reed, verzamelden mijn klasgenoten zich voor het raam. Ik zag ze staan en vóelde gewoonweg dat ze lachten. Toen ik omhoogkeek, dacht ik: "Wacht maar, ik krijg jullie wel." Op dat moment besloot ik, koste wat kost, de grootste en bekendste crimineel van Amsterdam te worden. "In ijltempo zal ik rijk worden, naam maken. Wacht maar..." Bikkelhard, anders word je nooit een goede crimineel.

Eerste kraak en drugs

Korte tijd daarna pleegde ik m'n eerste kraak, in die school. Evengoed als bitterheid en onverschilligheid, hoorden drugs bij m'n nieuwe leventje. Ik begon "spul" te roken. 't Was te gek. Ik voelde me heerlijk, vergat even alle probleempjes en problemen om me heen. Ik kon eindelijk genieten, in mezelf. Zo ontvluchtte ik de werkelijkheid en, wat ook belangrijk was, onder invloed durfde ik veel meer. En ach, waarom ook niet. Ik had immers niets te verliezen, en het geld kwam goed van pas; daar kocht ik meteen heroïne van.

Verslaafd en crimineel

Maar na verloop van tijd kreeg m'n lichaam honger naar meer en moest ik vaker op pad. Het bleef niet bij een enkel kraakje. Inbraken, auto- en winkeldief- stallen, roofovervallen, noem maar op. Het werd een leven van gevangenissen en politiebureaus. Dat hoorde erbij. Je zat soms een tijdje vast en dan werd je na een paar dagen weer vrijgelaten, waarna je soms een uur later al weer vast zat, omdat ze je opnieuw hadden gesnapt. Nu en dan probeerden mensen me op het goede pad te krijgen, zoals een zwager van me die rechercheur was. Bekijk het allemaal maar, dacht ik onverschillig, maar genoot ondertussen van alle aandacht die ik daarmee kreeg.

Na verloop van tijd werd het me wel duidelijk dat de verdovende middelen me in hun greep hadden. Langzaam maar zeker drong het tot me door dat ik een mislukkeling was. Wie was ik nou helemaal? Ik was niets; ik kon niets. Het enige waar ik goed in was, was stelen.

Ik probeerde van alles, ging naar een afkick-kliniek, volgde een methadon-programma, deed pogingen alleen af te kicken of met behulp van vrienden. Alleen in de gevangenis, waar amper drugs te krijgen waren, lukte het me er enigszins vanaf te komen.

Onderling pepten we elkaar als gevangenen ook op. "Nou gaat het lukken. Als we er deze keer uitkomen, gaan we wat opbouwen." Maar zodra de gevangenisdeur achter ons in het slot viel, stonden we weer in dezelfde maatschappij en al gauw zakten we terug in het oude vertrouwde ritme, opnieuw die vicieuze cirkel

Mijn vriend viel te pletter

Een keer, ik zat in de Bijlmerbajes, werd ik wel heel hard met m'n eigen situatie geconfronteerd. Ik verbleef in de derde ring en een vriend van mij zat in de vierde ring. Op een nacht schrok ik wakker doordat er boven mij een raam werd ingeslagen. Ik hoorde nog: " Akkie, Akkie - dat was mijn bijnaam op straat - Akkie ik ben vrij! " Ik schrok enorm: "Jongen, wat doe je nu?! Ga terug naar je kamer!" Zacht klonk het antwoord uit het donker. "Nee, ik ga naar huis." Maar meteen daarop hoorde ik een harde schreeuw. "Mama!" Toen was het stil, nacht.

Later hoorden we van een bewaarder dat de aaneengeknoopte lakens losgescheurd waren. M'n vriend was te pletter geslagen en overleden. Dat maakte diepe indruk. De schok drukte me met m'n neus op de feiten. "Waar ben je mee bezig, Herman?" dreunde het door me heen. "Moet je kijken wat je van je leven hebt gemaakt. Opgesloten tussen vier muren met alleen een kijkgaatje in een vlamrode deur. Waar ben je mee bezig?!"

Moeders stem

Als uit een ver verleden klonk moeders stem in m'n hoofd. "Herman, als je in moeilijkheden zit, bid dan tot God!" De woorden echoden door me heen. " Als je in moeilijkheden zit, bid dan tot God, bid dan tot God..." Ik kan me niet meer herinneren wat ik precies gebeden heb, maar ik heb wel iets tegen God gezegd.

Af en toe dacht ik na over de oorzaak van al m'n ellende. Hoe was het zo fout kunnen gaan? Diep van binnen wist ik best wat er mis was gelopen. Maar ik durfde er niet aan terug te denken. De gedachte alleen a1... ik voelde me vies, minderwaardig. Vooral op vijfentwintig-, zesentwintigjarige leeftijd overviel me dat. M'n mannelijkheid had een enorme deuk opgelopen, m'n identiteit, m'n persoonlijkheid. Alsof er een stukje van mezelf gestolen was.

Soms, te midden van de chaos en ellende in mijn leven, verlangde ik enorm naar een gewoon bestaan: een vrouw, kinderen, een huisje. Ik wou wel, maar van binnen kón ik niet. Ik voelde me mislukt, vies, gekwetst, verworpen. Dat deed pijn, en met een flinke shot probeerde ik die pijn dan maar weer weg te duwen. Verder , ik moest verder.

Raad van een oude vriend

In die toestand onmoette ik op een dag, midden in de Kalverstraat, een oude vriend. " Akkie," zei hij, " Akkie, ik kom net van een begrafenis." Het bleek een jongen te zijn die ik ook had gekend en die overleden was aan een overdosis. Die oude vriend keek me aan en zei toen plompverloren: " Akkie, ik moet het tegen je zeggen. Als jij zo doorgaat, dan is mijn volgende begrafenis de jouwe." Ik schrok, schrok enorm. Niet in staat ook maar iets te zeggen, staarde ik hem aan. "Jezus alleen kan jou helpen," zei hij nog. Hij duwde me een kaartje in de handen waarop het adres van een kerk stond, de Calvariekerk in Amsterdam.

Gebroken

Toen was ik weer alleen. De confrontatie was ingeslagen als een bom. Met de moed der wanhoop besloot ik het opnieuw te probéren. Dertig jaar oud was ik pas. Ik kon nog een heel nieuw leven beginnen. Het moest lukken; het moest! Maar het leek alsof elke poging telkens uit m'n handen werd geslagen, nog voordat ik er iets mee had kunnen doen. Ik wilde zo graag een goed leven, maar het lukte gewoon niet. En langzaam maar zeker zakte ik weer af, terug in m'n oude leventje.

Op een avond brak ik. Al m'n reserves waren op, en ik zag mezelf zoals ik geworden was. Alleen, niemand om me heen. Al m'n vrienden waren óf dood door een overdosis, óf zaten in een gekkenhuis. Een paar anderen hadden zich aangesloten bij een sekte. Ook de mensen die steeds het beste met me voor hadden gehad, die het zo goed bedoelden en me graag hadden willen helpen, waren op afstand geraakt. Ik zakte weg, steeds verder en verder en verder...

Op dat diepste punt schreeuwde ik het opeens uit. "God, God, als U werkelijk bestaat, als U werkelijk God bent, wilt U mij dan helpen?! Alstublieft?!"

Nog nooit in rn'n leven was ik een kerk binnengestapt, maar die avond greep ik het kaartje met het adres van de Calvariekerk, en zomaar op een vrijdagavond ben ik erheen gegaan. Er was inderdaad een bijeenkomst en de dienst was nog niet eens begonnen. Mensen liepen druk in en uit, zochten een plaatsje. Stilletjes schoof ik in een bank achter in de kerk. Onwennig keek ik om me heen. Wat deed ik hier in vredesnaam?!

Maar voordat ik kon opstaan om snel weer te vertrekken, klonk, zonder dat er een mens aan te pas kwam, een stem: "Herman, je bent nu thuis; het is volbracht." Ik hoorde die stem en begon te huilen. Tranen bleven komen; ik snikte het uit. En in een flits wist ik opeens zeker: God bestaat!

Later heb ik opgezocht wat dat betekende: "Het is volbracht." Ik vond het terug in de Bijbel, waar Jezus aan het kruis hangt en uitroept: "Het is volbracht!" En op dat moment, daar op die achterste bank in de kerk, doorstroomde een enorme moed m'n lijf, moed om een nieuw leven te beginnen, om alles van me af te gooien, m'n verleden, m'n verslaving, alles.

De dienst moest nog beginnen. Ik heb er amper iets van gehoord, liet alles over mee heen komen. De dominee preekte en toen hij aan het einde van de dienst vroeg wie de Here Jezus wilde aannemen als Redder en Verlosser, kón ik niet op m'n stoel blijven zitten. Ik wist dat God bestond, ik wilde Jezus aannemen. Er werd voor me gebeden, ik beleed m'n zonden en ontving vergeving. Zo eenvoudig was het. Als nieuw mens verliet ik de kerk. En inderdaad, ik begon echt een nieuw leven.

De klim omhoog

De dagen die volgden, leefde ik compleet in een roes. Het antwoord, ik had eindelijk het antwoord gevonden! Door de jaren heen was ik echter een wrak geworden - geestelijk, emotioneel en ook lichamelijk. Er lag nog een lange en moeilijke weg voor me. Uit een dal van vijftien jaar ellende moest ik omhoog zien te klimmen. Wat kapot was geslagen, moest geheeld worden, en dat was heel wat.

Maar die eerste avond in de kerk ontving ik de belofte dat ik een nieuw leven mocht beginnen, dat ik een nieuwe kans kreeg om er iets moois van te maken. En vanuit die belofte durfde ik de zware tocht aan.

Ik kreeg enorm veel steun van de gemeente in de Calvariekerk waarvan ik meteen lid werd. Samen met zijn vrouw heeft de voorganger mij door die eerste onwennige periode heen geholpen. Er waren zoveel haast vanzelfsprekende dingen die ik niet wist of niet had. Ik bezat zelfs geen kleren, behalve de broek, bloes en het jasje dat ik aanhad. Zij zorgden voor kleren. Ze trokken niet aan me, ze pushten me niet. Maar met alles wat bij mij boven kwam, kon ik bij hen te recht.

Verwerking en herstel

Heel veel oude herinneringen, die ik zo lang begraven had, keerden terug in mijn gedachten. Op een nacht droomde ik bijvoorbeeld over mijn incest-ervaringen, de tijd dat ik misbruikt werd door mijn leraar. Ik beleefde alles opnieuw en met de herinnering kwam ook alle pijn weer naar boven. Maar nu doorleefde ik alles, terwijl de Here Jezus bij me was. Samen met mijn Verlosser ging ik er doorheen.

De wond die zolang geschroeid had, kon nu langzaam dicht trekken en genezen. De wrok, de bitterheid, ze waren verdwenen. Ik kon die man vergeven, liefhebben. Wie was ik immers? Met mijn zonden kon je heel de kerk bekladden, zoveel had ik op mijn geweten. Maar God vergaf mij alles. Wie was ik dan als ik die man niet kon vergeven, terwijl God mij alles heeft vergeven?!

Vlak na die droom ben ik naar een vriend uit de gemeente gegaan. Ik vertelde hem het hele verhaal en samen hebben we gehuild, gepraat en gebeden.

En zo, stapje voor stapje, klom ik uit een immens donker dal omhoog naar het licht. Ik klampte mij daarbij vast aan het Woord van God en aan de vele beloften die ik daarin vond. Want er waren nog heel wat barrieres die doorbroken moesten worden, nog heel wat moeilijkheden die ik het hoofd moest bieden. Ik had veel financiële schulden. De gebroken relatie met m'n ouders en broers moest hersteld worden.

Maar God heeft zijn woord waar gemaakt. Hij heeft me erdoorheen getrokken, me ondersteund op momenten dat ik het moeilijk had. Ik heb weer een goede relatie met m'n ouders. Was ik altijd het zwarte schaap van de familie, nu ben ik het witte schaap.

Bijbelschool

Al heel snel na m'n bekering had ik het gevoel dat God een plan had met mijn leven. Ik wilde meer we- ten over God, en twee jaar na die ommekeer in mijn leven ben ik naar de bijbelschool van Vorrning &. Aktie gegaan. Daar ontmoette ik Lucia, met wie ik inmiddels getrouwd ben. Twee jaar werkten we samen in een gemeente in Limburg. Na die periode vroeg de leidingvan de bijbelschool of we terugwilden komen als stafmedewerkers. Dat hebben we gedaan. Ik geef daar nu les in het Oude Testament, verzorg het pastoraat en doe wat praktische zaken. Daarnaast begeleid ik evangelisatie-acties die vanuit de school worden gehouden.

Van een geestelijk, emotioneel en lichamelijk wrak herstelde God mij volkomen en maakte me tot een evenwichtig en levenslustig mens. En meer dan dat, Hij schonk me alles waar ik zo intens naar had verlangd: een vrouw, kinderen, een plaatsje in de maatschappij, vrienden om me heen.

Die absolute, totale vernieuwing is iets wat geen mens kan begrijpen, iets wat alleen God kan doen. end.gif (818 bytes)

Keerpunt, 2001. Met toestemming van de uitgever en Herman overgenomen uit: De verandering. Hoornaar: Gideon, 1995. Voor Keerpunt bewerkt door Kees Langeveld. Foto: Hemera Photo Objects (geen foto van Herman).


Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:

info@keerpunt.net



Lijn ter afscheiding

Home

Klik voor homepage Keerpunt

Verhalen van mensen die veranderden