Corine maakte moeilijke dingen mee in haar jeugd, huwelijk en samenwonen. Straffen, spanningen, bedreiging. Een kerkdienst is het begin van een ommekeer.
Als middelste van zeven kids werd ik veel geslagen en kreeg ik
veel straf, zoals zonder avondeten naar bed gaan. Nu vond ik naar bed gestuurd worden
nooit zo erg: ik sliep zo. Dat had mijn moeder in de gaten en daarom moest ik naar de
badkamer. Maar ook daar viel ik zittend op de koude grond in slaap. Dus ging het zover dat
ik moest blijven staan en nergens tegen aan mocht leunen. Ik werd regelmatig
gecontroleerd.
Zo gebeurde het eens dat mijn zus en ik naar bed moesten en mijn zus terug naar beneden liep. Later werd ik naar beneden geroepen en werd me gevraagd of ik een dubbeltje had gepikt. Ik wist van niets en zei dat ook. Mijn zus ging naar boven en kwam terug met een dubbeltje dat volgens haar uit mijn sok kwam. Mijn moeder begon er op los te slaan, al wat ze raken kon. Ze kon vreselijk hard slaan.
De volgende dag kwam ik uit school en ze stond ze mij in de keuken op te wachten en vroeg weer over dat dubbeltje. Weer zei ik dat ik het niet had gedaan.Weer begon ze er op los te timmeren en ik liet alles toe. Ik moest naar de badkamer en later zonder eten naar bed.
Nu was het sinterklaas en wij kregen een boterhambordje met platte chocolade poppetjes. Mijn zus kwam met het verhaal dat ik haar chocolade had gepikt en weer werd ze geloofd. Dit heeft dagen geduurt totdat moeder zo moe was dat ze geen kracht meer had. Ze vroeg toen aan mijn zus of zij het zelf had gedaan en ze bekende dat zij het zelf gedaan had. Er kwam geen 'sorry' of zo.
Dit is maar een greep uit ervaringen die ik niet ben vergeten. Ik kan me niet herrineren dat ik echt ben aangehaald. Als puber kreeg ik te horen en werd mij verweten dat ik er was en zo laat liep en met twee jaar pas ging praten en dat ik ook nog stotterde.
Ik was geen dame zoals zij wilden, maar een kwajongen. Ik klimde graag in bomen en verkeerspalen. Ik was erg sportief, de enige van het gezin. O ja, mijn één na oudste broer zat later op dansles en heeft veel wedstrijden gewonnen. Wij zijn bijna allemaal op dansles geweest, dat hoorde bij de opvoeding.
Jaren had ik een leuk, gewoon vriendje. We fietsten samen naar school en bibliotheek, voor die tijd erg spannend. Maar mijn ouders waren er op tegen omdat hij geen rk was. Ik ben rk opgevoed, ging nooit naar de mis, maar zong wel met het koor en ik was de juf van de bruidjes.
Later leerde ik Theo kennen. We konden best aardig met elkaar overweg, maar in mijn
ogen was er geen liefde in het spel. Mijn ouders bepraten me dat het tijd werd om te
verloven en later dus te trouwen. Ik zei dat ik niet van hem hield, maar dat zou 'later'
wel komen... Nee dus. Ach, het komt wel als er kinderen zijn... Nee dus.
We groeiden uit elkaar, konden niet praten met elkaar en ik werd overspannen en opgenomen
in de Oosthoek, een psychotherapeutisch instituut. Daar is gevraagd of mijn man een
gesprek daarover wilde... Nee dus. Het lag allemaal aan mij. Er kwam geen verzoening.
Ook mijn ouders wilde geen gesprek met de leiding, al is een ervan toch bij mijn ouders langs gegaan. Hij kwam terug en zei dat een gesprek met hen onmogelijk was. En dat ik dat beter achter me kon laten en niet moest rekenen op verzoening.
Ik heb toen besloten om te scheiden. Theo wilde die 'jong' niet (hij bedoelde de 2 kinderen). Later werd hij door een andere vrouw omgepraat om ze toch proberen te krijgen. Ze maakte al gelijk een grote fout door als reden op te geven dat ik ontoerekeningsvatbaar zou zijn. Dus kreeg ik de kinderen.
Ik ben in Alkmaar gaan wonen en deed niets meer aan mijn geloof, geen kerk meer. Ik had op een nonnenschool gezeten en geleerd. Een juf was eens haar sleutels kwijt en wij moesten bij het St. Antoniusbeeld bidden 'Heilige Antonius, beste vrind, zorg dat de juf haar sleutels vind'. Zo werd ons geleerd bij die kouden beelden te bidden, die in mijn ogen niets konden.
Na verloop van tijd kwam er iemand, H., die ook in de Oosthoek was geweest langs en die vertelde dat hij zonder huis of kamer was. Ik liet hem binnen en zei dat hij gelijk een kamer moest zoeken, maar dat deed hij niet. We gingen in een eengezinswoning wonen en hij verplichtte mij om hem ook een handtekening te laten zetten. Dat was zeer dom van mij, want we gingen samenwonen en ik kreeg hem niet meer de deur uit.
Een paar jaar later waren we op een camping. Ik was even weg en bij het terugkomen werd ik door mensen opgewacht die mijn kinderen bij zich hadden. Ze vertelden dat hij mijn zoontje zo erg geschopt had dat hij 2 meter vooruit was geschoten. Dit was voor mij de grens, ik stuurde H. weg. Hij pakte zijn auto, blokkeerde de bank, en ging naar mijn huis. Ik werd er door anderen heen gebracht.
Ik kreeg hem niet de deur uit, maar ik eiste dat hij naar zolder vertrok. Nu had ik vrienden in Castricum en daar was hij ook al naar toe gegaan en had verteld dat ik hem uit huis wilde zetten. Ik heb met mijn vrienden gepraat en ze beloofden mij om me te helpen door hem aan woonruimte te helpen. Maar H. ging de twee kinderen en mij dreigen dat hij ons uit zou moorden, op ons zou schieten, of een bommetje in huis zou plaatsen. Volgens zijn zus was hij er toe in staat en ze vertelde een eng verhaal van hem.
Het 'toeval' was dat ik in contact kwam met Co, een correspondentievriend toen ik vijftien jaar was. Ik wist dat hij bij een wetswinkel had gewerkt en vroeg hem advies. Hij kwam langs en na een paar keer vroeg hij wat er over was van mijn geloof. Niks, zei ik, tenminste, ik ging niet meer naar de kerk Hij vertelde van zijn nieuwe leven met Jezus en nodigde mij en de kids uit naar een pinkstergemeente. De samenkomst bleek zelfs heel dicht mij te zijn in een school.
Al wat daar gebeurde raakte mij erg diep, ook hoe de jeugd daar stond met de handen
omhoog en blij klapte, zonder beeldenaanbidding zoals ik het vroeger beleefde.
Na de preek deed men een uitnodiging: Wie bij Jezus wilde horen mocht naar voren komen en
zijn/haar leven aan Hem geven. Nu stond ik achteraan en durfde niet.
Ik weet dat ik mezelf 1/4 omdraaide en het volgende ogenblik huilend op de knieën op het
podium zat. Ik keek voor me naar boven, want daar was een verschijning die de armen
uitspreidde en het gebaar maakte van "Kom maar." Ik knipperde met mijn ogen en
keek die voorganger aan, recht in zijn ogen, die heel lief en bewogen stonden. En weer
keek in dat donker gat en weer zag ik die lichtgevende verschijning. Prachtig gewoon. Als
ik er aan denk zie ik het nog.
De kinderen hadden op de zondagsschool zo genoten dat ze na afloop vroegen om de volgende
zondag weer te gaan.
Ik voelde me gelukkig en ik kreeg van Co een kostbaar geschenk,de bijbel, die wij als rk niet mochten hebben, is mij geleerd. Co bracht me in contact met de voorganger en ik deed mijn verhaal over onze toestand met H. De voorganger zei dat ze er met een groep voor gingen bidden. H. wilde niet op kamers maar wilde een heel huis. Dit was bijna onmogelijk. Hij zag in de krant dat er huizen in Castricum werden gebouwd, koopwoningen. Daar wilde hij in gaan. Maar hij had grote schulden van diverse auto's en dergelijke. En hij zou zonder werk komen: hij vertelde dat de zaak moest sluiten (maar de zaak staat er nog). Hij had nooit langer dan 3 maanden werk .
Ik verloor wat hoop en maakte hem belachelijk in mezelf. Hij kwam in aanmerking voor dat huis en kreeg later toesemming om in Castricum te wonen. Dit was onmogelijk met zijn leven van schulden. Hij zei toen dat, als het ook rond kwam met de bank, ik niet moest denken dat het door ons bidden zou komen. Dus hij had al in de gaten dat het onmogelijke al was gebeurd. En wat denk je, 3 maanden later was H. de deur uit en kregen wij rust.
Bij het terugkomen van de samenkomst was ik een keer aan het stoeien met mijn zoon en ik viel. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht. Er werden foto's gemaakt, maar men vond niets. Ik ging snel slechter lopen en had veel pijn. Ik moest contrastfoto's laten maken, maar ik kon maar niet mee werken en de arts mopperde op mij. Ik ben toen in tongen gaan bidden (d.w.z. in vreemde woorden die op dat ogenblik door de Heilige Geest worden ingegeven). Later werd ik met een schrik 'wakker': ik was klaar en had niets gevoeld. Het bleek dat al mijn kraakbeen vergruist was. Ik werd direct geopereerd. Het verblijf in het ziekenhuis zou 7 dagen duren en het werden er twintig. Mijn been bleef op slot, maar ik wilde eerst weer naar mijn kinderen. Ik kon alleen met krukken lopen. Ik moest wel terugkomen om nog een operatie te ondergaan, omdat er gruis was achtergebleven.
Iemand nam mij later mee naar een conferentie, waar voor mijn knie werd gebeden. Met de krukken op mijn schouder ging ik na afloop naar huis. Later hoorde ik dat een van de gasten mij in een lichtkoepel had zien staan en daarom ook is gaan geloven.
Corine, 2002
Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:
U kunt een e-mail naar de persoon uit het verhaal sturen. Vermeld dan als onderwerp 'Reactie op je verhaal op Keerpunt' en gebruik het volgende e-mailadres:
Verhalen van mensen die veranderden