Een uitgaansleven in Groningen

Wanneer hij groot genoeg is om z'n ouders aan te kunnen, kiest Boudewijn Corbach een eigen weg, los van zijn kerkelijke achtergrond. In Groningen doet hij ervaring op met de donkere kant van het uitgaansleven, verbroken relaties en joints. Een paniekaanval en een opmerking van zijn moeder luiden een ommekeer in. 'Er gebeurde iets diep van binnen.'

lijn_keerpunt.gif (1634 bytes)

Net zoals velen ben ik opgegroeid met de kerk, christelijke scholen en vele andere verplichtingen op het gebied van geloven: bidden voor het eten, bijbellezen na het eten, niet vloeken, en zondags minstens één keer naar de kerk.

Toen ik eindelijk groot genoeg was om m'n ouders aan te kunnen, is aan dat alles een einde gekomen. Ik wilde mijn eigen weg gaan. Dat ging redelijk goed, vond ik zelf. Ik had het prima voor elkaar. Ik had een leuk huis, een mooie vriendin, leuk werk en twee katten. wat wil je nog meer...

Relaties

Ik wilde best wel een goede relatie met m'n ouders hebben, maar dat ging niet helemaal zoals ik me dat had voorgesteld. M'n vriendinnetje kon het niet met m'n ouders vinden en m'n ouders konden het niet zo met haar vinden. Toen vertelden m'n ouders dat ze zich gingen laten dopen in het voorjaar van 1998. Dat was de doodsteek voor de relatie die ik met m'n ouders had, en niet veel later ook de doodsteek voor m'n prima leventje. De relatie ging uit en ik stond op straat.

Alleen proberen

Al snel vond ik een kamertje in de stad en ik kon weer helemaal opnieuw beginnen m'n leven op te bouwen. Ik stond niet helemaal afwijzend tegen wat m'n ouders mij te vertellen hadden over het geloof. Ik ben een tijdje met hen meegegaan naar de kerk en vond er veel rust en liefde. Net wat ik op dat moment nodig had nu m'n hele leven in puin lag. Ik deed m'n best om elke dag uit de bijbel te lezen en om vaak te bidden, maar al snel voelde ik me wel weer goed genoeg om het weer alleen te proberen.

Groningen aankunnen

M'n nieuwe leventje begon weer vorm te krijgen: een nieuwe vriendin, nieuwe baan, meer geld en ik had er weer alle vertrouwen in. Ook heb ik in die tijd, dat is voorjaar 1999, het uitgaansleven in Groningen herontdekt. Ik ging elke week op stap met m'n vriendin en een vriend van me. Met z'n drieen konden we heel Groningen aan, en dat wilden we voor 100% beleven.

3 tot 6 joints per avond

Al snel hadden we de weg gevonden naar stimulerende middelen zoals cocaine en speed om de euforie tot een hoogtepunt te brengen. Heel voorzichtig begonnen we ermee. Maar tegen de zomer van 1999 gingen we elke weekend compleet door het lint. Het was feest na feest na feest. Door de invloed van de drugs bleven de katers achterwege dus voelde ik me nooit echt slecht. Wel begon langzaam tot mij door te dringen dat het best wel heftig was waar we mee bezig waren, maar we hielden onszelf en elkaar voor ogen dat we het best wel goed onder controle hadden. Het schuldgevoel wuifde ik makkelijk weg.

Ik denk dat de satan z'n best heeft gedaan om ons het gevoel te geven dat we "on top of the world" waren. Dat ging zo door tot de herfst van 2000... Het begon steeds meer van mij te vragen, lichamelijk gesproken, maar zeker ook geestelijk. Op m'n werk kon ik het niet meer volhouden en door de week, als ik na m'n werk thuis kwam, moest ik tot rust komen door weer een andere drugs. Ik rookte in die tijd tussen de 3 en 6 joints per avond om me lekker te voelen, vaak ook in combinatie met alcohol. Ik leefde van de ene roes in de andere. Ik snap nog steeds niet hoe ik dat heb volgehouden.

Eind 2000 ging m'n relatie uit en stond ik er wéér alleen voor. Wéér terug op kamers en wéér op zoek naar liefde. Door de drugs kwam ik er niet toe om goed na te denken over waar ik nou mee bezig was. Ik ontmoette nieuwe mensen in het uitgaansleven, ze leefden in princiepe net zoals ik, d.w.z. elk weekend compleet door het lint, maar door de week een gewoon leventje.

Maar wat zij in het weekend deden was nog heftiger als wat ik gewend was. Het was niet vreemd als ik mezelf op zondagochtend rond een uurtje of zes op het meest donkere plekje van de stad bevond met allemaal mensen om me heen, compleet van de wereld door de drugs en drank.

Schuldgevoel

Ik voelde me al een tijd schuldig, omdat ik wist dat ik niet dieper kon vallen. Ik kon dit nooit aan iemand vertellen, en dat maakte me zeer eenzaam, de enige vrienden die ik nog had lagen om me heen op die donkere, duistere plek. Ik wilde dat absoluut niet, maar kon me niet verzetten, satan had me volledig in z'n macht. Dat was het moment dat God begon met ingrijpen.

Het was kersttijd 2000 en verplichte bezoekjes kwamen weer in zicht. Ik had nog net het fatsoen om eerste kerstdag naar m'n ouders te gaan. Daar aangekomen voelde ik me direct al niet goed. Ik had een schuldgevoel en wist niet waar die vandaan kwam, ik kon het niet kwijt raken. Als gevolg van m'n duistere leventje kon ik ook niemand recht in de ogen kijken. Dat vond ik van mezelf nog het ergste... wat ik ook probeerde ik kon het gewoon niet. Ik wist waar ik mee bezig was, en ik moest dat helemaal alleen oplossen, want dat was gewoon te heftig voor m'n ouders...

Paniekaanval

In die tijd had ik ook af en toe paniekaanvallen en was ik soms zeer paranoia. Daar zaten we dan met de hele familie bij elkaar, en hoe meer iedereen begon te vertellen hoe banger ik werd... Ik had niks te vertellen, maar toch schreeuwde m'n hele wezen om hulp, want ik was op de bodem van de put belandt, en er was daar niemand die mij een zetje omhoog kon geven. Ik was gewoon te diep gevallen en er was geen hoop meer.

Toen had God er genoeg van, en er gebeurde iets dat ik nog nooit had meegemaakt... ik kreeg de ergste paniekaanval die ik ooit gehad heb. Het zweet viel met druppels uit de palm van m'n handen en gutste over m'n rug. Ik kon het niet meer aan, dus ben ik de woonkamer uitgevlucht naar de slaapkamer van m'n ouders. Daar kwam ik weer een beetje bij, maar ik merkte dat ik het dit keer niet alleen kon. Ik had m'n moeder nodig. Die heb ik toen opgehaald, en aan haar heb ik een klein beetje verteld van de put waar ik in zat, en hoe diep ik gezonken was.

Ik weet niet meer wat ze precies allemaal heeft gezegd, en wat ik verteld heb, maar één zinnetje herinner ik me nog heel goed. Ze zei: "God laat je niet meer lijden als wat je aankan". Het drong door tot diep in m'n hart, ik kwam direct tot rust. Er gebeurde iets diep van binnen. Eenmaal weer thuis gekomen heb ik nog een aantal paniekaanvallen gehad, maar met dat zinnetje in m'n hoofd kon ik het aan. Ik hoefde Jezus maar om hulp te vragen en de angst en pijn verdween telkens als sneeuw voor de zon.

Gestopt

Ik wist dat God me groepen had, en ik heb geluisterd. Niet lang daarna ben ik gestopt met alles wat er fout was aan m'n leven.

Ik weet als geen ander hoe donker Groningen is, en hoe de satan hier een dankbaar publiek vind. Elk jaar stroomt er vanuit heel nederland weer vers bloed de stad binnen, de oogst van de satan is dan ook zeer groot. Je hoeft maar in je vingers te knippen en je hebt alle middelen tot je beschikking om je leven compleet over te geven aan de macht van de satan.

God heeft mij gered omdat ik op het allerlaatste moment Zijn hand heb vastgegrepen. Daar ben ik Hem eeuwig dankbaar voor. Mijn leven heb ik nu in Zijn handen gelegd.. Ik weet dat Hij mijn ouders heeft gebruikt om mij weer thuis te brengen en te redden van de ondergang. Mij ouders hebben drie jaar lang geprobeerd mij te bekeren, terwijl God m'n moeder slechts 1 zinnetje heeft gegeven die het werk deed. Het zinnetje van m'n moeder is een vertaling van een bijbeltekst,  namelijk 1 Corinthiërs 10 vers 13:

"De beproevingen die u hebt ondergaan, zijn niet ongewoon. God is trouw; Hij zal ervoor zorgen dat de beproevingen u niet teveel worden. Hij zal ook een uitweg uit de beproevingen geven, zodat u er tegen opgewassen bent".

Boudewijn Corbach, 2001


Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:

info@keerpunt.net

U kunt een e-mail naar de persoon uit het verhaal sturen. Vermeld dan als onderwerp 'Reactie op je verhaal op Keerpunt'  en gebruik het volgende e-mailadres:

bc@dds.nl


Lijn ter afscheiding

Home

Klik voor homepage Keerpunt

Verhalen van mensen die veranderden