"Toen ik voor de eerste keer mijn eerste muntje in die eerste gokautomaat deed, was dat het begin van een lange reis die eindigde in een nachtmerrie," vertelt Brendan Basset. Hij leeft in een schijnwereld, onder twee namen. Tevergeefs probeert hij zijn leven te beteren. "Het gekke was dat ik in die tijd mezelf steeds vaker de vraag begon te stellen of er een God zou zijn." Lees hieronder hoe het Brendan verging.
Het begon allemaal toen ik klein was. We verhuisden nogal vaak
en ik moest steeds weer wennen aan nieuwe scholen, een nieuwe omgeving, nieuwe contacten.
Ik kon dat niet goed aan. Daardoor raakte ik erg in mijzelf gekeerd en had ik weinig
vriendjes. Ik was daardoor een eenzaam kind.
Toen ik voor de eerste keer mijn eerste muntje in die eerste gokautomaat
deed, was dat het begin van een lange reis die eindigde in een nachtmerrie. Ik begon met
gokautomaten en waagde me vervolgens aan het wedden op paarden en honden. Toen kwam ik
terecht in casino's en uiteindelijk raakte ik helemaal verslingerd aan dobbelen. Soms won
ik, maar meestal verloor ik en daardoor raakte ik in grote moeilijkheden.
Gokken bezorgde me een heerlijk gevoel. Het was een soort droomwereld waar ik
in leefde en waar ik veilig was. Daar kon ik mezelf zijn, niemand kon daar bij me komen,
ik was daar alleen. Als ik de twee plastic dobbelstenen over de tafel gooide, zag ik ze
door de lucht vliegen. Dan was het net alsof mijn problemen ook weg vlogen. Dat was een
heerlijk gevoel.
Ik kan me herinneren dat ik naar een casino ging met een vriend (die paar
vrienden die ik had waren ook allemaal gokverslaafd) en dat ik heel veel won. Ik voelde me
echt geweldig en zei tegen mijn vriend: 'Kom op, we gaan het er eens even goed van nemen.'
Die avond gingen we naar een café, waar we champagne bestelden en de hele tent
trakteerden op drank. Toen we aankwamen bij dat café opende een dakloze man de deur van
de taxi in de hoop daarmee wat te verdienen en natuurlijk gaf ik hem geld, dat voelde
goed.
Nadat we een hoop gedronken hadden zei ik: 'Laten we naar een andere kroeg gaan.' En daar raakte ik weer aan het dobbelen. Ik verloor niet alleen al het geld dat ik had, maar schreef ook nog een paar cheques uit. Aan het eind van de avond had ik minder geld dan die dakloze die ik een paar uur daarvoor een fooi had gegeven.
In totaal verloor ik 60.000 pond in zes jaar. Het grote probleem is
natuurlijk dat als je veel gokt, je ook veel geld nodig hebt. En dat geld moet je ergens
vandaan halen. Ik had enorme schulden bij familie, vrienden en banken. Ik loog en draaide
en ritselde mijn geld bij elkaar. Ik verloor er een hoop vrienden door, omdat ik
natuurlijk niks terugbetaalde. Het was een vreselijke toestand, ik zakte steeds dieper
weg.
En ik ging maar door, omdat het gevoel zo sterk was, het verlangen naar de kick. Ik hoopte
altijd dat ik op een dag zo rijk zou worden dat ik al mijn schulden in één klap kon
terugbetalen en daardoor mijn vrienden terug zou krijgen. Dat ik hen mee uit zou kunnen
nemen en mooie dingen voor ze zou kunnen kopen, waardoor ze me weer zouden accepteren. Van
dat mooie moment droomde ik, het was één grote schijnwereld.
Maar ik werd niet rijk, integendeel, ik verloor altijd meer dan ik won en de mensen bij wie ik schulden had begonnen me te achtervolgen. Maar toen bedacht ik een plan. Als ik zou verdwijnen, en iemand anders zou worden zou ik in één klap van mijn schulden af zijn en dus van mijn probleem, dacht ik. Ik geloofde dat als ik een nieuwe naam en een nieuwe identiteit aannam, ik ook van binnen zou veranderen. Dus zocht ik naar middelen om mijn naam te veranderen.
Ik verhuisde naar een andere stad en werd iemand anders. Ik zorgde
via allerlei trucjes voor nieuwe papieren en een nieuw paspoort. Ik overtuigde de
autoriteiten ervan dat ik iemand anders was, dat ik geadopteerd was en dat mijn ouders me
afgestaan hadden. Ik vertelde hen dat ik nooit belasting had betaald en in geen enkel
systeem stond, omdat ik altijd op reis was geweest. Ze geloofden me en gaven me de
papieren. Ik werd dus een nieuwe persoon met een nieuwe baan, nieuwe woonplaats, alles
nieuw. Ik dacht dat het dan wel beter met me zou gaan. Maar het probleem was natuurlijk
dat dat allemaal buitenkant was. Van binnen was ik nog steeds dezelfde.
Hoewel ik toen in één klap van de schulden af was, stak ik mezelf
binnen de kortste keren weer in de schulden, want gokverslaafd was ik natuurlijk nog
steeds. Het was zelfs nog erger, want nu kon ik geld lenen op twee namen. Wat ik dus ook
deed. Ik was nog steeds dezelfde persoon van binnen. En ik probeerde wanhopig mezelf te
veranderen. Drugs, hypnose, therapiegroepen, maar niets hielp. Het werd allemaal alleen
maar erger.
Het gekke was dat ik in die tijd mezelf steeds vaker de vraag begon
te stellen of er een God zou zijn. Ik was als kind wel naar christelijke scholen geweest
en ging zelfs toen ik nog klein was naar de kerk, maar het betekende helemaal niets voor
me. Toch dacht ik: zou er een God zijn en zou Hij me kunnen helpen? Zou Hij me kunnen
veranderen? En op een goede dag, ik weet het nog precies, het was 14 april 1986 was ik in
mijn kamer, en ik zei opeens hardop: 'Here God, als u echt bestaat, dan zou ik er alles
voor over hebben als u mij zou kunnen helpen. Ik wil alles wel doen, als u mij kunt
veranderen.' Ik bleef dat maar herhalen en toen gebeurde er iets onbeschrijfelijks. Het is
moeilijk uit te leggen, maar er was een Aanwezigheid in mijn kamer, een soort Persoon. Het
was heel vreemd, want aan de ene kant was die Persoon heel erg zuiver en heilig, alsof Hij
helemaal volmaakt was en aan de andere kant straalde Hij ook heel veel gezag uit. Ik had
sterk het idee dat ik aan Hem verantwoording af moest leggen.
Het was heel raar allemaal, ik werd er bang van en er ging van alles door me heen. De
aanwezigheid van deze Persoon, zijn gezag, zijn zuiverheid maakten heel veel in me los.
Het volgende moment lag ik huilend op de vloer. Ik voelde me ontzettend schuldig over
alles wat ik had gedaan.
Ik wist dat ik verantwoording af moest leggen, maar ik voelde ook de liefde en de aanvaarding van deze Persoon, die bij mij wilde zijn. Ik had heel veel spijt, maar er was ook hoop, merkte ik en daar voelde ik me erg door bemoedigd. De volgende morgen voelde ik me heel anders, heel nieuw en ik wist dat ik een nieuwe start wilde maken. En het gekke is: ik had van die dag af geen zin meer in gokken. Het was helemaal over, ik was van mijn gokverslaving genezen! Ik heb nooit meer een gokmachine aangeraakt, ben nooit meer een casino ingegaan. Als ik er langs liep dacht ik: dat was een andere werkelijkheid, een droomwereld waar ik in leefde. Nu is alles anders. Het was alsof ik van de ene naar de andere wereld was overgebracht. Alles was anders en de vreselijke drang om te gokken was totaal verdwenen. Ik moest nog wel leven met de consequenties, mijn schulden waren natuurlijk nog wel realiteit, maar verder was alles anders. Ik was ook niet meer alleen, er was Iemand bij me, voortdurend.
Ik wilde meer weten over God en over de ervaring die ik had gehad en begon in de bijbel
te lezen. Ook wilde ik heel graag mensen ontmoeten die ook iets dergelijks hadden
meegemaakt. Toen vond ik een kerk waar ze me konden helpen. Ze gaven me goede adviezen en
hielpen me ook om m'n schulden te boven te komen.
Dat duurde uiteindelijk drie jaar en het was absoluut niet makkelijk. Het was allemaal zo
gecompliceerd, omdat ik twee namen had gehad en feitelijk twee personen was geweest. Ik
moest een advocaat inhuren om te corresponderen met banken en financiële instellingen.
Het gekke was dat banken soms heel afwijzend reageerden als we hen benaderden. We
vertelden in zo'n brief alle details over mijn verschillende namen en bankrekeningen en
dan wilden ze beweren dat ze er niets van afwisten en dat we het hele geval maar moesten
vergeten. Ze schaamden zich natuurlijk voor het feit dat ze erin getrapt waren en wilden
niet in een kwaad daglicht gesteld worden. Dus scholden ze mij m'n schuld kwijt als ik er
verder niet over praatte.
Het was allemaal heel ingewikkeld en ook heel vervelend om met die schulden bezig te zijn.
Ik schaamde me zo en vond het steeds weer vreselijk om het met een bank of andere
instantie over mijn schulden te hebben.
Op de dag dat ik besloot om totaal te stoppen met de tweede persoon, zeg maar, heb ik
alles weggegooid waar die naam op stond, paspoort, rijbewijs, bankpasje,
verzekeringspapieren, alles.
Je moet niet denken dat het doordat ik gelovig was geworden allemaal makkelijk was. Ik
heb het erg moeilijk gehad met mijn schulden en mijn verleden. Maar door mijn geloof in
God keek ik wel anders naar de dingen en beoordeelde ik de situatie anders. Ik wist ook
gewoon dat God met me was en dat Hij voor mij zou zorgen, wat er ook gebeurde. Ik wil
helemaal niet de indruk wekken van 'die zat in de problemen en toen kwam God en toen was
hij gelukkig.' Zo zou ik het niet willen beschrijven. Het heeft meer te maken met het feit
dat ik eerst iemand was zonder doel, zonder richting, nu weet ik wel waar ik voor leef.
Dat is het verschil.
De mensen om me heen reageerden heel verschillend. Sommigen waren heel sceptisch over mijn
plotselinge verandering, ze deden heel minachtend en afwijzend. Anderen zeiden dat ik gek
was en weer anderen dat ik een leugenaar was. Maar er waren er ook die het echt geweldig
vonden.
Het enige wat ik weet is dat dit mijn verhaal is, dat dit met mij gebeurd is, of je het nu
geloven wil of niet. Ik was iemand die nergens naartoe ging en nu ben ik iemand die wel
ergens naartoe gaat.
Brendan Basset
Keerpunt, 2003
Bron: Meet The Maker (TV-programma van de Evangelische Omroep)
Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:
Verhalen van mensen die veranderden