Kraaiachtigen houden


In de gekooide en volière wereld horen ze bij de zachtsnaveligen. Een Nederlandse vogelhoudersdeelvereniging van insekten en vruchteters houdt kraai,gaai en eksterachtigen uit Azië m.n. China. Voorbeelden van te houden vogels zijn kitta’s en de raafgaai.


Voor het houden van de Nederlandse soorten kraaiachtigen is een ontheffing nodig. Een vogelasiel is verplicht de dieren na herstel vrij te laten of bij geen herstel te euthanaseren. Kraaien zijn met succes te kweken als paartje in één kooi. Als je ze in gevangenschap alleen maar brood geeft ontwikkelen ze z.g. broodveren, witte makkelijk breekbare veren. Het houden van een kraaiachtige is in meerdere opzichten te vergelijken met het houden van een hond. Ze kunnen speels pikken zo van "ik pak jou" en daarmee kleine verwondingen veroorzaken. Bij verdediging en nood maken ze grotere verwondingen. De kraaiachtigen worden gerekend onder de vogels die je kunt leren praten. Raven kunnen kunsten vertonen, in vroeger tijden was hij die vogel vóór de papegaai. Als spreker zijn papegaaien en beo’s beter. Diergaarde Blijdorp in Rotterdam had een bonte kraai die zeventien jaar is geworden. Konrad Lorenz schrijft dat intelligente diersoorten, hij noemt o.m. de raven, lijden onder gevangenschap. Verongelukte en anders hulpbehoevende kraaien kun je het beste naar het vogelasiel brengen.