WAPENDROPPING IN BERKEL-ENSCHOT?








INLEIDING

In dit hoofdstuk treft u een aantal mailtjes of stukjes daaruit, die gaan over mijn vervolgonderzoek in oktober 2020. In de loop der jaren ben ik geregeld weer in het raadsel van de Returnpaper gedoken: laatstelijk dus in oktober 2020. Ik heb me eerst gericht tot onderzoekers in Berkel en Rodenrijs uitgaande van een gebeurtenis op 7 mei 1944. Op die dag was er geen crash. Maar misschien wel een wapendropping?

Reactie van Louis van den Burg over Berkel en Rodenrijs

Ik heb me in verbinding gesteld met een van de onderzoekers van de oorlogsgeschiedenis van Berkel en Rodenrijs: Louis van den Burg uit Zoetermeer. Ik vroeg hem: weet je of er een wapendropping heeft plaats gevonden op 7 mei 1944 in de buurt van Berkel en Rodenrijs?

Hij schreef mij op 8 oktober 2020:

Voor zover mijn gegevens strekken zal er op 7 mei 1944 geen wapendropping in Berkel en Rodenrijs hebben plaatsgevonden. In de omgeving van Berkel en andere plaatsen in de buurt, zijn de wapendroppings ca tweede helft september 1944 begonnen.

Uit een mailtje van Louis blijkt dat ik in Berkel en Rodenrijs voorlopig uitgezocht ben: geen crash, geen wapendropping. Ben ik nu helemaal uitgezocht?



--------------------------------------------


Reactie van Paul Huismans over Berkel-Enschot

Nee, er rest mij nog de mogelijkheid van Berkel-Enschot. Ik had al eerder met deskundigen daar contact gehad. Nu wendde ik me tot Brabants Historisch Informatie Centrum

Naar aanleiding daarvan kreeg ik een sympathiek mailtje van Paul Huismans. Die laat ik hier volgen.

Beste mijnheer Slings,

Van mijn collega kreeg ik een chat transcript doorgestuurd met uw vraag over wie mogelijk meer zou kunnen weten over wapendroppings in Berkel-Enschot in 1944. Ik heb de link gevolgd naar uw website en ik moet zeggen, ik ben onder de indruk van uw onderzoek. Chapeau!

Eerst ben ik gaan kijken of ik 7 mei 1944 kan koppelen aan onze gegevens over een vliegtuigcrash in Berkel-Enschot of omgeving (Tilburg, Udenhout, Biezenmortel, Moergestel, Oisterwijk, Heukelom). Hoewel dat gezien de Nederlandse aantekening onwaarschijnlijk is, heb ik ook gelet op de Angelsaksische manier van datumnotatie, wat tot 5 juli 1944 zou leiden. Dat leverde allemaal niets op.

Het leek mij het meest voor de hand te liggen u in contact te brengen met de Studiegroep Luchtoorlog, maar op uw site zag ik, dat u die al heeft geraadpleegd. De deskundigen waar wij contact mee hebben houden zich voor zover ik weet bezig met neergestorte vliegtuigen en niet of minder met wapendroppings. Er is er een, die ik nog zal vragen of hij er meer over weet, of misschien mensen kent die zich daarmee bezighouden. Ik mag u zijn contactgegevens niet zomaar doorsturen, dus zal ik hem eerst zelf benaderen. Wordt vervolgd, kortom.

Intussen zou het kunnen, dat er bij de heemkundekring in Berkel-Enschot meer bekend is. Misschien kunt u daar nog navraag doen.

Ik hoop u hiermee voor het moment voldoende te hebben ingelicht.

Met vriendelijke groet,

Paul Huismans
Projectenbureau
Tel. +31 (0)73 - 68.18.506



Postbus 81 5201 AB 's-Hertogenbosch
Tel. +31 (0) 73 681 85 00
Website www.bhic.nl



Paul Huismans heeft mijn vraag doorgespeeld naar onderzoeker Peter van Kaathoven. Hij heeft op zijn beurt mijn vraag gemaild naar Rene Bosma, Hans Nauta en Jaap Vermeer.

Hier volgt het mailtje van Peter van Kaathoven. Hij vraagt terecht: "Hebben jullie enig idee?"


--------------------------------------------


Reactie van Peter van Kaathoven

Subject: Vraag over wapendropping

Hallo Heren,

Ik ben op zoek naar wapendroppings rond 07-05-1944 rond 15.12 uur in Berkel en Rodenrijs.

Het zou gaan om een gecrashte Halifax of Lancaster. Echter vind ik geen aanknopingspunten, zelfs niet als ik de datum Angelsaksisch interpreteer: 5 juli 1944. Er zijn 24 droppings geweest in de polders van Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk, Boskoop, Moerkapelle en Zoetermeer.

De crew van de desbetreffende kist zou hebben bestaan uit 4 Australiërs (Pop, Butch, Joe en "Jan"), 2 Engelsen (Ken en Mac) en een Ier (Paddy).

Hebben jullie enig idee? Alvast bedankt,

Met vriendelijke groet,

Peter van Kaathoven



--------------------------------------------


Reactie van Jaap Vermeer

Hieronder volgt een reactie van onderzoeker Jaap Vermeer. Hij sluit een aantal mogelijkheden uit. En terecht, denk ik.


Onderwerp: RE: Vraag over wapendropping

Peter de eerste droppingen in die driehoek vonden plaats vanaf September 1944, zoveel als ik weet. Lancasters vlogen geen SD vluchten. De Halifax, Sterling en de Hudson vlogen deze wel.
In de war diary van 138 Squadron is geen melding van een crash. Op 5 Juli de Hudson van McKenzie bij de afsluitdijk, maar is te ver van het onderzoeksgebied.

Hartelijke groet,

Jaap Vermeer



--------------------------------------------





Dan volgt een uitvoerige reactie van onderzoeker Hans Nauta. Hij zet alles netjes op een rijtje en loopt de verschillende mogelijkheden langs.


Reactie van Hans Nauta op 5 oktober 2020



Dag Gert,

Ik kreeg onderstaande casus doorgestuurd door een medelid van de Studiegroep Luchtoorlog. Zelf doe ik al meer dan 35 jaar onderzoek naar luchtoorlogincidenten en beschik inmiddels over alle operationele gegevens van de Royal Air Force, zo'n half miljoen pagina's.

Op de website heb ik de verschillende redenatielijnen gelezen en ook geconstateerd dat er eigenlijk geen goed antwoord kan worden gegeven op de oorsprong van het briefje. Ik laat het kompas buiten beschouwing, omdat ik de voorlopige conclusies onderschrijf dat dit waarschijnlijk niets met het briefje te maken heeft. Naar mijn idee heeft het briefje alleen maar bij het kompas gelegen omdat 'beide uit de oorlog kwamen'.

Goed, ook ik heb de casus vanuit eigen invalshoek en informatie bekeken en eerst maar eens de uitgangspunten vastgesteld wat de minste discussiepunten oplevert, deels ook wat anderen hebben aangedragen:

Briefje

Er hebben 7 verschillende leden van de RAF, maar van verschillende nationaliteiten, het briefje hoogstwaarschijnlijk tegelijkertijd geschreven. Het doel was dat briefje (al dan niet met reactie) terug te sturen naar een adres. Logischerwijs een adres van één van de afzenders. Uit naspeuringen blijkt dat op het adres (kleine discrepantie in schrijfwijze, mogelijk was Healy de toenmalige schrijfwijze en Heely nu) werd bewoond door McGowan. Aangezien één van de afzenders 'Mac' was, zou dit dus McGowan kunnen zijn geweest.


Potloodnotitie

De notitie is met een datum, tijd en locatie heel specifiek. Dat zou het moment van het incident (wat voor vorm dan ook) kunnen aanduiden. Van de datum is de maand vanwege de leesbaarheid een klein aandachtspunt. Dit zou inderdaad een 5 kunnen, zijn oftewel mei.
De tijd 3.12 uur duidt hoogstwaarschijnlijk op de middag. Destijds werd een 24-uurs klok alleen door militaire instanties gehanteerd. Zelfs politie noteerde destijds nog in de 12-uurs notatie, zoals bijv. 6 uur voormiddag (06.00 uur) of 6 uur namiddag (18.00 uur). Ook het feit dat de tijd als 3.12 uur is weergegeven in plaats van 03.12 uur wijst erop dat het voorval zich 's middags heeft voorgedaan. Berkel zou inderdaad qua geschiedenis van de gemeente en schrijfwijze ook eerder op Berkel en Rodenrijs slaan dan op Berkel-Enschot.


Combinatie briefje en potloodnotitie

Het briefje heeft te maken met een incident dat zich op 7 mei 1944 om 15.12 uur bij Berkel heeft voorgedaan. Dit gegeven is leidend voor een verdere uitwerking van mogelijkheden en feiten aan de hand van de operationele gegevens van de RAF.

1. Crash: overdag op 7 mei 1944 hebben zich geen crashes van een RAF toestel voorgedaan.
2. Afworp uit vliegtuig: overdag op 7 mei 1944 opereerden geen bommenwerpers van de RAF.
3. Wapendropping: overdag op 7 mei 1944 vonden geen wapendroppingen van de RAF plaats.

Hieruit zou wellicht af te leiden zijn dat de notitie op het briefje eerder op een voorval dan een echt incident wijst, dat vreemd genoeg niet te koppelen valt aan de operationele gegevens van de RAF.


Andere invalshoek

Een andere invalshoek is dat het briefje gevonden is. In de discussie werd al de term 'flessenpost' gebruikt en dat bracht mij op het volgend aspect: tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ook ballonnen ingezet. De potloodnotitie zou kunnen slaan op de datum/tijd/locatie van de vondst of het moment dat een ballon landde.


'M' Balloon Unit

De RAF 'M' Balloon Unit opereerde vanaf januari 1940 tot en met september 1944 hoofdzakelijk vanuit Kent in zuidoost Engeland door daar ballonnen van circa 2 meter doorsnede op te laten die met de overheersende zuidwesten wind naar bezet gebied dreven. Deze ballonnen waren uitgerust met o.a. stapels pamfletten voor de bevolking. Door middel van eenvoudige meteorologische instrumenten kon min of meer bepalen waar een ballon boven bezet gebied daalde of de pamfletten losliet. Het briefje kon natuurlijk tussen de pamfletten gezeten hebben.

Ik heb Lee Richards, gespecialiseerd in propagandapamfletten en verspreiding, over deze denkrichting benaderd en hij heeft het Operations Record Book van 'M' Balloon Unit gecontroleerd. Daaruit blijkt dat tussen 2 en 10 mei 1944 geen ballonnen zijn opgelaten en dat er ook geen zekere McGowan zich in de personeelsoverzichten bevond. Bovendien was de samenstelling vooral Brits en geen mengeling van verschillende afkomsten uit het Gemenebest zoals op het briefje.


Sleuteloplossingen

Nu ook voor mij de voornaamste onderzoeksrichtingen aan de hand van de controleerbare operationele gegevens voorlopig op niets uitlopen blijven er twee mogelijkheden om tot de kern van het voorval te komen:

1. Wordt er in de rapportages van Luchtbescherming/Politie/Brandweer van Berkel iets vermeld over wat er zich op/rond 7 mei 1944 heeft afgespeeld aan gebeurtenissen/vondsten? Dit vereist een onderzoek in het Gemeentearchief Rotterdam waar het archief van Berkel en Rodenrijs is ondergebracht.

2. Is de McGowan, woonachtig op het retouradres, gerelateerd aan de 'Mac' die het briefje onderschreef en indien zo, bij welk dienstonderdeel van de RAF zat hij of zijn zoon? Dit zou op te lossen zijn met de personeelsdossiers van de RAF, echter zijn deze niet openbaar. Een tussenstap zou kunnen zijn de casus laten verschijnen in de pers of op sociale media dat gefocust is op Sheffield of zelfs Yorkshire.

Dit schrijvende realiseer ik mij dat er ooit een hele (onder)zoektocht is opgezet in verband met een briefje in een fles, schijnbaar afkomstig van een op zee drijvende vliegtuigbemanning. Achteraf bleek dat, vanwege de onjuiste terminologie op het briefje, deze afkomstig moest zijn van jongelui, op zoek naar vertier.
Vooralsnog lijkt het daar met dit briefje niet op, maar het zijn van die dergelijke wendingen die men in het achterhoofd moet houden.

Succes met de intrigerende casus. Zodra er weer een gerichte aanwijzing of voor mij nazoekbaar feit opduikt, kun je mij altijd benaderen!

Met vriendelijke groet,

Hans Nauta
Egmond-Binnen





Suggestie van Hans Nauta

Toen ik Hans Nauta om toestemming vroeg om zijn uitvoerige antwoord op mijn site te mogen zetten, kwam hij met de volgende suggestie:

Overigens denk ik wel dat een nieuw soort doorbraak zou komen indien dit door Sheffieldse media opgepikt zou worden.

Ik ga hierover nadenken. Ik dank Hans voor deze hint, die overigens ook al in zijn bovenstaande antwoord stond.


Mijn vraag is: hoe kom ik in contact met die Sheffieldse media?


--------------------------------------------


Datum 7 mei 1944 komt toch voor in landingen agenten BBO

Louis van den Burg adviseerde me: Van Eddy de Roever, Zij sprongen bij maanlicht, (De geschiedenis van het Bureau Bijzondere Opdrachten en de agenten Londen 1944-1945)

Tot mijn verrassing kom ik daarin op pag 10 met Boven bezet Nederland gedropte BBO-agenten 1944-1945 zeven keer de datum van de Returnpaper: 7/5/1944 tegen. Vier keer in verband met het Friese Makkum en drie keer met het Gelderse Epe.

Bij Makkum stortte het vliegtuig neer. De vier BBO-agenten P.J.Kwint, P. Verhoef, J.A.Walter, J. Bockma overleefden hun missie niet. De drie agenten bij Epe overleefden het wel: J.G.Mulholland, L.A. de Goede, A. van Duyn.

De dropping van deze zeven agenten op 7 mei 1944 brengt ons nog niet veel dichterbij Berkel, maar toch!