Brief van Kajafas.

In de Vaticaanse archieven zijn de ook brieven en rapporten gevonden. Een verslag van Kajafas gericht tot het Sanhedrin en geschreven door Eliëzer Hyran.

Kajafas laat schrijven dat het niet uit persoonlijke haat of kwaadwilligheid was dat hij handelde in de zaak van Yeshua. Zijn motieven betroffen het geloof der vaderen.
Yeshua ging in tegen Gods voorschriften, erkende de offers niet, zei alleen: "Bekeert u, bekeert u," stelde de doop in de plaats van de besnijdenis, brood en wijn in plaats ven het Pesachlam, zei dat de Vader en hij èèn -dus dezelfde- zijn, verachtte de tempel en zei dat die zal worden verwoest. Uit zijn manier van zeggen lijkt het alsof hij blij zou zijn als het maar spoedig zou gebeuren.

Als we de leer van hem tolereren, betekent dat we de Romeinen laten weten dat onze vroegere leer onjuist was, dat de God van de Joden niet vertrouwd kan worden.. Dan zal de wereld het vertrouwen in God verliezen en in ons als gelovig volk. En onze tempel is nog wel gebouwd onder Gods supervisie waar Hij beloofde om met zijn kinderen te wonen, hun gebeden te horen en behagen te scheppen in hun offers. Het is het aardse huis voor mensenzielen, de grootste gave van de Vader. Volgens onze wetten was ik verantwoordelijk en sta tussen God en mijn volk om hen te beschermen wat de leer en de leiding betreft.

De grote kwestie voor de Joden is hoe we ons kunnen bevrijden van de druk van de Romeinen, maar Yeshua zei dat we hen met rust moesten laten en dat het er niet toe doet wie er over ons regeert. Als ze je kwetsen, heb ze dan lief. Betaal je belastingen, het is niet meer dan Caesars geld.
Soms dacht ik zelfs dat de Romeinen hem gebruikten om ons er onder te houden. Om ons geloof en onze tempel te redden, heb ik Yeshua van Nazareth laten arresteren. Ik deed het niet zo maar, maar alleen na beraad met de raad van de hogepriester van 12 leden, oudsten en priesters.

De aanklachten zond ik, naar Pilatus, om zijn toestemming. Ik verwachte niet die executie, maar de menigte was zo aan het dringen dat hij ze nooit ontvangen heeft. Ik verwachte dat Pilatus hem naar mij zou terugzenden en dan zou ik hem met Urim en Thummim beproeven, zoals onze wet het voorschrijft, maar het leek alsof Pilatus dorste naar zijn bloed. Zoals alle schuldige tirannen was hij bang voor zijn eigen schaduw en wilde alles vernietigen wat zijn macht belaagde.

Met deze redenen voor mijn actie leg ik de zaak voor aan mijn meesters in Israël.

Opmerking: Volgens de documenten die Spencer Lewis raadpleegde was Kajafas een spion voor de regering in Rome.



Ook is er nog een rapport van Kajafas betreffende een berechtingsproces over de opstanding van Yeshua.

In zijn brief (Sanhedrin 89 door Siphir 11, 7: schreef hij ondermeer.
Enkele dagen na de terechtstelling van Yeshua van Nazareth werd het rapport van zijn opstanding van de dood zo algemeen, dat ik het noodzakelijk achtte dit te onderzoeken, omdat de opwinding intenser was dan tevoren en mijn eigen leven, als wel dat van Pilatus, in gevaar was. Ik liet Malchus, de kapitein van de koninklijke stadswacht komen, die mij mededeelde niets persoonlijk te weten, omdat hij Isham de bevelvoering over de wacht had gegeven; maar voorzover hij van de soldaten had gehoord, had de toedracht ontzag ingeboezemd, en het rapport werd zo algemeen geloofd dat het geen zin had het te loochenen. Hij dacht dat mijn enige kans was de soldaten het zwijgen op te leggen en Johannes en Petrus te verbannen naar Kreta, of te arresteren en op te sluiten in de gevangenis, en als zij zich niet stil zouden houden, hen net zo te behandelen als ik Yeshua behandeld had.
Hij zei dat alle soldaten waar hij mee gesproken had, overtuigd waren dat Yeshua was opgestaan door bovennatuurlijke kracht en voortleeft en dat hij geen menselijk wezen was, want licht en de engelen en de doden, die uit hun graven kwamen, toonden allen aan dat er iets gebeurd was, wat nog nooit op aarde had plaatsgevonden.

Opmerking: (In het laatst van zijn brief komt Kajafas tot de conclusie dat, mocht hij ooit Yeshua ontmoeten, hij dood aan zijn voeten zou neervallen, terwijl het hem toescheen dat zo'n ontmoeting inderdaad zou plaatsvinden. Hij begon de schriften intensiever te onderzoeken om meer van de profetieën jegens deze man te verstaan. Hij schrijft dan verder)
Ik sloot mijn deur en gaf de wacht het bevel om niemand binnen te laten alvorens mij hiervan in kennis te stellen. Na dit te hebben geregeld, met niemand in de kamer dan mijn vrouw en Annas haar vader, sloeg ik mijn ogen op en zie, Yeshua van Nazareth stond voor mij. Mijn adem stokte mijn bloed leek te stollen en ik stond op het punt te vallen, toen hij sprak: "Wees niet bevreesd, ik ben het. Gij hebt mij veroordeelt, opdat u vrijuit kon gaan. Dit is het werk mijns Vaders. Het enige verkeerde in u, is een slecht hart. Hiervan moet u zich bekeren. Dit laatste lam dat u hebt geslacht, is dat wat voor de grondlegging der wereld was bepaald. Deze offerande is voor alle mensen gemaakt. Uw andere lammeren waren voor hen die ze offerden. Dit is voor allen, dit is de laatste. Het is voor u als u het aan wilt nemen. Ik stierf, opdat u en de gehele mensdom mocht worden gered." Terwijl hij dit zei, keek hij mij aan met zulk een tederheid, dat ik tranen voerde opwellen en mijn kracht mij geheel verliet. Ik viel op mijn aangezicht aan zijn voeten, als een die dood was. Toen Annas mij ophief, was Yeshua vertrokken en de deur nog steeds gesloten. Niemand kon mij vertellen wanneer en waar hij ging.

O edele meesters, gevoel ik niet nog langer het ambt van priester te kunnen waarnemen.


Commentaar: (Deze genade wordt ook nog vandaag aan een ieder aangeboden.)