Psalm 119 (samengestelde versie)

Tekst     : Psalm 119: 121-128; 129-136; 161-168
Thema   : Omgaan met de Bijbel


Bij de Schriftlezing

Het thema van de preek is: hoe ga je om met de Bijbel? Daarmee bedoel ik gewoon in de praktijk van elke dag. Over dat thema denken we na aan de hand van Psalm 119.

Ik heb eens aan een paar mensen gevraagd: waar denk je aan als ik zeg Psalm 119? Ik kreeg twee antwoorden: heel lang en dat ging toch over de wet? Op dat tweede punt kom ik straks nog terug.

Wat dat eerste punt betreft, het is geen toeval dat Psalm 119 bestaat uit 176 verzen. Psalm 119 is ingedeeld in 22 groepjes van 8 verzen. Zo'n groepje wordt ook wel strofe genoemd. Er zijn precies evenveel strofen als er letters zijn in het Hebreeuwse alfabet. Alle 8 verzen van strofe beginnen met dezelfde letter van het alfabet. Dus vers 1 t/m 8 beginnen met de eerste letter van het hebreeuwse alfabet, vers 9 t/m 16 met de tweede letter, etc.

Toewijding aan de Bijbel

Waar gaat Psalm 119 over? Je kunt inderdaad zeggen dat het over de wet gaat. Of toegepast op onze situatie, over de Bijbel. Thema van de preek: hoe ga je om met de Bijbel. Er zitten 8 verzen in een strofe omdat in Psalm 119 acht verschillende woorden voor wet worden gebruikt: voorschriften, instellingen, geboden, belofte, etc. Het belangrijkste woord is Thora. Dat betekent onderwijzing.

Toch doen we te kort aan de bedoeling van Psalm 119 als we het daarbij zouden laten. Psalm 119 is namelijk een gebed. Dat gebed laat iets zien van intieme omgang met God, leven met God, wandelen met God, toewijding aan God. In dat gebed wordt een intens verlangen uitgedrukt naar Gods aanwezigheid. Dat komt prachtig naar voren in vers 124:

Toon uw dienaar uw genade en trouw,
onderwijs mij in uw wetten.

In de eerste zin wordt gebeden, toon mij uw genade en trouw. Daaruit spreekt het verlangen om dat te ervaren. Maar dan vervolgt het gebed in de tweede zin: onderwijs mij in uw wetten, in uw Woord. Het is niet zo dat in de tweede zin opeens iets anders wordt gebeden of een ander onderwerp wordt aangesneden. Nee, eigenlijk wordt hier twee keer hetzelfde gebeden. Als ik dit gebed iets anders mag formuleren:

Wanneer ik uw Woord open, Heer, wilt u mij dan zelf onderwijzen door uw Geest. Want alleen dan zal ik uw genade en trouw zien en ervaren. Dat is trouwens ook de betekenis van het woord Thora, onderwijzing. Door Gods Geest zelf worden onderwezen.

Datzelfde verlangen komen we tegen in vers 135:

Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen,
onderwijs uw dienaar in uw wetten.

Opnieuw wordt hier gebeden om door God zelf te worden onderwezen zodat het licht van Gods aangezicht over ons leven schijnt. Luther heeft ooit gezegd: Christus komt ons tegemoet in het gewaad van de Bijbel. In de omgang met de Bijbel worden we door de Geest onderwezen, ontmoeten wij Christus, ervaren we Gods genade en trouw en schijnt het licht van Gods aangezicht over ons leven.

Als we ons dus afvragen waar Psalm 119 over gaat, dan moet het antwoord zijn dat het ten diepste gaat om onze wandel met God. Zo begint ook Psalm 119 “Gelukkig wie de volmaakte weg gaan”. Maar daar direct achteraan gezegd: “en leven naar de wet van de HEER”. Onze wandel met God en onze omgang met de Bijbel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Onze omgang met de Bijbel is dan ook niet in de eerste plaats een zaak van kennis opdoen. Het is niet in de eerste plaats een zaak van het hoofd maar een zaak van het hart.

Ik lees: “ik heb uw geboden lief…” (127), en “…volg ik ze met heel mijn hart” (129) en “…ik hunker naar uw geboden” (131). Dat is taal van het hart, niet van het hoofd.

In die liefde en hunkering naar de Bijbel zit de hunkering naar God. Iets verderop staat dat ook “mijn hartstocht voor u verteert mij” (vers 139). Die twee lopen in elkaar over, de hunkering naar God ein de hunkering naar het Woord van God.

Daarmee is het eerste antwoord gegeven op de vraag “hoe ga je om met de Bijbel?” In afhankelijkheid van God, biddend om de Geest.

Het ritme van het leven

In de tweede plaats komen we d oor de hele Psalm heen momenten tegen waarop de Bijbel daadwerkelijk open gaat. Vroeg in de morgen (147) en laat in de avond (148) is de dichter bezig met de Bijbel. Soms staat hij er ’s nachts voor op, zeven maal per dag zingt hij een lofzang op de Bijbel (164). Je zou kunnen zeggen dat het ritme van het leven bepaald door de omgang met de Bijbel.

De dagindeling van veel kloosters is gebaseerd op Psalm 119:164. Zeven maal per dag is er een tijd van lezen, bidden, zingen en overdenken over de Bijbel. Het ritme van het leven wordt daar inderdaad bepaald door de omgang met de Bijbel. Heel praktisch, heel concreet. Alles is erop gericht God steeds meer te leren kennen.

Hoe moet het dan met mensen die volop in het leven staan? Het jachtige leven vol met verplichtingen en impulsen. We kunnen niet allemaal in een klooster gaan leven. Ik wil dat ook niet als ideaal beeld voorschotelen. Toch geloof ik dat we in deze jachtige tijd iets essentieels dreigen te verliezen. Namelijk een vast ritme van bidden en bijbellezen. Rust en de ruimte voor een dagelijkse ontmoeting met God.

Memoriseren en mediteren

Het derde aspect dat we in Psalm 119 tegen komen zijn uitdrukkingen zoals: Gods woord opbergen in je geheugen, uit je hoofd leren, overdenken, opbergen in je hart. Zowel hoofd als hart zijn er dus bij betrokken. Eigenlijk kun je twee dingen onderscheiden: uit je hoofd leren en overdenken.

Eerst iets over uit je hoofd leren. Behalve de uitdrukkingenis er nog dat er op duidt dat de woorden van uit het hoofd werden geleerd. We herinneren ons nog dat Psalm 119 is opgebouwd uit groepjes van 8 verzen, waarbij alle verzen met dezelfde letter van het alfabet begint. Dan kun je zien als een vorm van kunst maar dat heeft ook een praktische bedoeling. Namelijk om de woorden gemakkelijk te kunnen onthouden, uit je hoofd kunt leren. Ook andere aanwijzingen.

Nu weet ik ook wel dat dit vroeger noodzakelijk was. Want papier, perkament, boekrollen die waren veel te duur voor de gewone man. Wilde men beschikken over de woorden van God, dan moesten ze gewoon uit het hoofd worden geleerd. Dat gebeurde dan ook.

Wij hebben dat niet meer nodig. Wij hebben het gedrukte woord. Je tegenwoordig zelfs de bijbel op je mobiel laden en elk moment van de dag raadplegen. Dus waarom zouden we nog de woorden van de Bijbel uit ons hoofd leren?

Toch geloof ik dat het uit je hoofd leren van de Bijbel veel meer teweeg brengt dan vaak wordt gedacht. Daardoor worden de woorden van God een deel van jezelf, ze zijn in je geheugen, in je gedachten. Je draagt ze als het ware met je mee. Ze worden een deel van jezelf.

Zo kun je dan ook de woorden van God overdenken, je kunt er over mediteren. Over de betekenis van die woorden voor mijn leven. Ik ben altijd er gefascineerd geweest door dieren en in het bijzonder door koeien. Het bijzondere van een koe is dat zij het eten herkauwt. Eerst eet de koe het gras en gaat het vervolgens rustig herkauwen.

Dat is eigenlijk wat je doet als je mediteert. Het woord dat je tot je hebt genomen, opgeslagen in je geheugen, je gedachten, herkauwen, overdenken. Zo daalt het woord van God in ons hart, zo woont het woord van Christus rijkelijk is ons zoals Paulus dat onder woorden brengt.

De Bijbel is geen grabbelton met teksten om je eigen gelijk te bewijzen. Geen encyclopedie voor gedrag. Zo van, we hebben een probleem, dat zoeken we op. Onze omgang met de Bijbel is wandelen met God, door God zelf onderwezen worden, zo wordt zijn woord werkelijk onderwijzing, werkelijk Thora. Zo groeien we in wijsheid en inzicht. Zoals dat zo prachtig staat omschreven in vers 130:

Als uw woorden opengaan,
is er licht en inzicht voor de eenvoudigen.

Je houden aan de Schrift

Tenslotte gaat het in psalm 119 om je houden aan het Woord van God, het woord in acht nemen. Heel praktisch: leven in gehoorzaamheid aan het Woord van God. Komt meer dan 25 maal voor in Psalm 119.

Er wordt in Psalm 119 heel regelmatig gesproken over het gaan van de weg van God. Wanneer wij ons houden aan het Woord van God, dan gaan we de volmaakte weg. Zo begint Psalm 119. Het gaat er om dat onze levenswandel, onze levensstijl in overeenstemming is met het Woord van God.

Als het gaat om leven in gehoorzaamheid aan de Bijbel, dan blijkt het leven en vooral ons hart erg weerbarstig te zijn. Dan blijkt het leven vol verleiding te zijn. Maar ook dat is psalm 119 niet vreemd.

Lezen vers 29, 36, 37. De dichter weet maar al te goed hoeveel bedrieglijke wegen er zijn en vraagt God om hem daar ver van te houden. Hij weet maar al te goed van de leegheid die de wereld biedt en hij vraagt aan God om zijn ogen ervan af te houden. Hieruit spreekt absoluut niet de illusie dat we er zelf wel tegenop kunnen. Dat we met de Bijbel in de hand wel weerstand kunnen bieden tegen de verleiding en de leegheid die ons bedreigt. Alleen God zelf kan ons ver van het bedrog van de welvaart houden en de leegte van het vermaak.

Afsluiting

Daarom zijn de drie praktische aspecten: een vast ritme, memorisatie en meditatie en leven in gehoorzaamheid aan de Bijbel, dan ook niet een bepaalde methode. Er zit niet de gedachte achter dat je het met zo’n methode wel redt.

Heel Psalm 119 is één lang gebed om bijstand, om hulp, om verlichting van de Geest van God om staande te kunnen blijven te midden van een wereld vol verleiding, gebrokenheid en vijandschap.

Maar wel een gebed dat voortkomt uit het geloof en het vertrouwen dat God altijd met ons meegaat, dat Hij ons als gaandeweg onderwijst in zijn trouw en genade, dat is Thora.

We worden uitgenodigd om te wandelen met God om door de Geest te wonden onderwezen in zijn Woord en om Christus te ontmoeten in het gewaad van de Schrift.