Geen twijfel meer: God houdt van mij

Ruth groeide op met spanningen thuis. Haar vader was dominant en agressief, haar moeder ving haar op. God als 'vader' lag haar dan ook moeilijk. Ze had grote twijfels. Ten einde raad speekt ze haar onmacht tegenover God uit.

lijn_keerpunt.gif (1634 bytes)

RuthIk ben in Amsterdam geboren uit een Indonesische moeder en een Surinaamse vader en in Enkhuizen opgegroeid. Wij gingen naar de kerk waar mijn vader een aantal jaren ouderling is geweest.

In de kerk wordt God vaak als Vader voorgesteld, maar door onze gezinssituatie had ik daar moeite mee. Mijn vader was dominant en agressief. Hij liep vaak 's nachts door het huis en maakte lawaai. Hij maakte iedereen wakker en veroorzaakte problemen met de buren. Het was altijd gespannen thuis. Om het rustig te houden ging ik vaak liegen. Ik was echt bang voor hem. Je wist niet wat er ging gebeuren. Vooral als het gezellig was moest je oppassen, want de stemming kon zomaar omslaan. Hij kon erg tegen ons tekeergaan. We moesten altijd onze excuses aan hem aanbieden.

Mijn moeder was alles voor mij. Ze heeft ons beschermd en zich enorm voor ons ingezet. Als we geslagen waren, verzorgde zij de blauwe plekken. Ik herinner me altijd haar gevouwen handen, omdat ze voor ons en met ons bad.

God als Vader kon ik mij daarom niet goed voorstellen. Ik had er moeite mee dat ik de Here God moest liefhebben boven iedereen. Ik vocht soms met God, bokste voor het raam tegen hem in de lucht. Ik was heel boos op Hem omdat Hij geen verandering bracht in onze situatie. Vaak sloeg ik met mijn knokkels tegen de muur. God liefhebben boven alles? Dat vond ik het moeilijkst.

Ik had ook grote twijfels. Komt mijn moeder wel in de hemel? Heeft ze soms iets gedaan waardoor haar leven zo loopt? Misschien houdt God niet van haar en  kan ze daarom niet in de hemel komen. Hoe kan ik van zo'n God houden? Ik twijfelde er dus aan of God wel van mijn moeder hield čn ook of Hij wel van mij hield. Maar de twijfel of God van haar hield was erger dan de twijfel of God van mij hield. Dat zij misschien niet in de hemel zou komen vond ik erger dan dat ik niet in de hemel zou komen.

Ik probeerde mijn best te doen om de Bijbel te lezen en te bidden, maar hield dat nooit lang vol. Bidden was meer het vertellen van een verlanglijstje. Het is moeilijk te leven voor Iemand waarvan je niet weet of Die om je geeft. Op een keer was ik van huis weggelopen. Terwijl ik buiten liep hoorde ik opeens een stem in mijn hart. Luid en duidelijk klonk in mij het woord: Wie volhardt tot het einde zal behouden worden. Ik kende deze tekst volgens mij niet en heb hem later in de Bijbel opgezocht. Ik had sterk het gevoel dat dit woord voor mij bedoeld was.

Daarom ging ik opnieuw proberen te volharden in bidden en bijbellezen. Maar ik merkte dat ik steeds weer terugviel en het niet kon volhouden. Ik kwam op een punt dat ik merkte dat ik niet meer kon. Op een nacht - ik was een jaar of 23 jaar - was ik weer zo verdrietig. Wat ik in de Bijbel las landde niet bij me. Ik verlangde er naar dichter bij God te komen en Hem beter te leren kennen en bij Hem te blijven, maar ik hield het niet lang vol. En daarbij die twijfel: Kom ik wel in de hemel? Zijn we zo slecht dat ons dit overkomt?
Ik bad: Ik wil voor u leven, maar het lukt niet om te leven zoals U het wilt. Na die tijd merkte ik dat ik niet meer twijfelde. Ik wist dat ik naar de hemel zal gaan en dat mijn moeder naar de hemel zal gaan. Ik kan het niet goed omschrijven, maar het was voor mij duidelijk geworden. Ik probeer wel eens bewust te twtijfelen of vragen op te werpen, maar ik weet dat God bestaat en van mij houdt. Ik ga niet meer naar de kerk omdat het moet maar omdat er Iemand wacht die van mij houdt.

Het laatste restje van twijfel werd weggenomen toen ik op een bijeenkomst in Dalfsen het volgende lied meezong:

Jezus leeft in eeuwigheid
Zijn shalom wordt werkelijkheid
Alle dingen maakt hij nieuw
Hij si de heer van mijn leven

Straks als er een nieuwe dag begint
en het licht het van het duister wint
mag ik bij Hem binnengaan
voor Zijn troon gaan staan
hef ik daar mijn loflied aan

Straks mag ik staan voor Gods troon en met andere mensen het loflied aanheffen. De situatie bij mijn ouders is niet veranderd, maar ik ben veranderd. Er is vrede in mij, in Hem vind ik vrede. Ik heb geen twijfel meer.

Ruth

Ruth, 2003

Uit de mond van Ruth opgetekend door Kees Langeveld. Gepubliceerd op Keerpunt in 2004.


Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:

Mail ons

U kunt een e-mail naar de persoon uit het verhaal sturen. Vermeld dan als onderwerp 'Reactie op je verhaal op Keerpunt'  en gebruik het volgende e-mailadres:

    r u t h - 0 1 @ k e e r p u n t . n e t


Lijn ter afscheiding

Home

Klik voor homepage Keerpunt

Verhalen van mensen die veranderden