Minister van buitenlandse zaken onder Hitler

Joachim von Ribbentrop (1893-1946) was minister van buitenlandse zaken onder Hitler. Tijdens het na-oorlogse internationale militair tribunaal te Neurenberg werd hij veroordeeld, onder meer wegens misdaden tegen de menselijkheid. Legerpredikant Gerecke vertelt van de verandering die hij bij Ribbentrop en andere Nazi-leiders waarnam. "God had hun harten veranderd..."

Joachim von Ribbentrop
Joachim von Ribbentrop
Bron foto: www.law.umkc.edu

Von Ribbentrop was in de Eerste Wereldoorlog officier bij de huzaren. Na zijn demobilisatie ging hij in de wijnhandel. In 1933 werd hij Hitlers adviseur voor buitenlandse zaken, in 1936 ambassadeur in Engeland en in 1938 minister van buitenlandse zaken. Hij was tevens SS-Obergruppenführer.

Hij bewerkte de inlijving van Oostenrijk in 1938 ("Anschluss)" en nam deel aan de plannen om Tsjecho-Slowakije aan te vallen. Begin 1939 was heel dit land bezet. In dat jaar tekende Von Ribbentrop het Nazi-Sovjet verdrag. Verder was hij betrokken bij de plannen om Polen aan te vallen. In 1940 bracht hij het zogenaamde Driemogendhedenpact met Italië en Japan tot stand.
Hij wist van plannen voor pogroms en voor het doden van krijgsgevangenen.  Hij speelde een grote rol bij de ‘oplossing’ van het Jodenprobleem.

Tijdens het internationaal militair tribunaal te Neurenberg werd hij schuldig bevonden aan misdaden tegen de vrede, oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid. Hij werd veroordeeld tot dood door de strop. De ophanging werd voltrokken in oktober 1946.

ribbentrop-1939-pact-met-rusland.jpg (19680 bytes)
Ribbentrop (tweede van rechts) en Stalin (rechts) bij de ondertekening van het Duits-Russische nonagressie-pact op 23 augustus 1939. Hierdoor kreeg Nazi-Duitsland de ruimte om op 1 september Polen binnen te vallen. Duitsland verbrak het pact toen het op 22 juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel.
Bron foto: www.law.umkc.edu

ribbentrop-met-advocaat.jpg (13250 bytes)

Ribbentrop (rechts) met zijn advocaat tijdens de processen in Neurenberg.
Bron foto: www.law.umkc.edu

De geestelijke verzorging van de Duitse oorlogsmisdadigers was onder andere opgedragen aan de Amerikaanse legerpredikant Henry T. Gerecke. Gerecke vertelt hoe het de Nazi-leiders, onder wie Von Ribbentrop, verging.

lijn_keerpunt.gif (1634 bytes)

In augustus 1943 trad ik in actieve dienst. Nadat ik een verplichte opleidingscursus had meegemaakt werd ik aangesteld in een groot ziekenhuis. Vanaf Maart 1944 verzorgden wij veertien maanden lang de zieken en gewonden. In Juni 1945 staken we het Kanaal over naar Frankrijk en arriveerden 15 Juli in Duitsland.

Neurenbergse processen
"Foto van het proces van Neurenberg tegen de belangrijkste Duitse oorlogsmisdadigers voor het Internationaal Militair Tribunaal. Na de Tweede Wereldoorlog richtten de geallieerden internationale rechtbanken op om Duitse en Japanse politici en militairen te berechten." (Microsoft Encarta Encyclopedie Winkler Prins)

Enkele maanden later werd ik aangewezen als geestelijk verzorger van de hoge Nazi-personen tijdens hun gerechtelijk verhoor. Toen ik aan de Nazi-leiders werd voorgesteld in hun respectievelijke cellen, vroeg ik mijzelf af: "Hoe moet ik deze mensen begroeten, die zo onnoemelijk veel leed over de wereld gebracht hebben en die de oorzaak zijn van het verlies van miljoenen levens?" Ook mijn eigen twee jongens waren slachtoffers van deze wreedaards geworden. Hoe moest ik met deze mannen werken en het zaad van Gods Woord in hun harten strooien, zonder zelf het opgroeien te verhinderen?

Eerst werd ik in Goerings cel gebracht. De gevangen voormalige heerser sprong direct in de houding, klikte de schoenen tegen elkaar en bood mij de hand aan; daarna bracht ik al de anderen een kort bezoek. Dit vond plaats op 20 November, juist voordat de rechtzittingen begonnen.

Die nacht heb ik in gebed doorgebracht en God gesmeekt mij een boodschap voor hen te geven. Van dat ogenblik af gaf God mij genade naar het voorbeeld van Jezus, de zonde te haten, maar de zondaar lief te hebben. Deze mensen moesten iets horen over de Redder, Die ook voor hen aan het kruis leed en stierf.

Er waren 21 gedaagden. Zes van hen kozen geestelijke steun gegeven door geestelijken uit de Rooms Katholieke kerk, en 15 gaven voorkeur aan bijstand van Protestantse zijde. Vier van de zes waren katholiek; zeven van de vijftien waren belijdende leden van de Lutherse Kerk. Streicher, Jodl, Hess en Rosenberg bezochten nooit een dienst, hoewel ze wel beweerden in een God te geloven.

Hoe de Geest van God werkte

Een dubbele cel op de 2e verdieping werd ingericht tot een kleine kapel, waar de diensten konden worden gehouden. Een vroegere luitenant-kolonel bij de S.S. was onze organist, zowel in de Roomse als Protestantse samenkomsten. Aan het einde van mijn verblijf, vond hij Christus en nam deel aan het Avondmaal. Het eenvoudige Evangelie van het kruis had zijn hart veranderd.

Frank, Seyss Inquart, Kaltenbrunner en Von Papen bezochten de Katholieke diensten. Keitel, Von Ribbentrop, Raeder, Dönitz, Von Neurath, Speer, Schacht, Frick, Funk, Fritzsche, Von Schirach, Sauckel en Goering waren onder mijn gehoor. Wij zongen eerst een lied, daarna volgde de Schriftlezing, een korte toespraak en sluiting met gebed en de zegen. Nooit was er van enige storing of onrust sprake. Keitel, Von Ribbentrop, Sauckel, Raeder, Speer, Fritzsche en Von Schirach hebben deel genomen aan de Avondsmaalviering.

Sauckel was de eerste, die zijn hart opende voor het Evangelie. Hij was vader van 10 kinderen en had een gelovige vrouw. Na enkele bezoeken knielden we bij zijn bed en bad hij het gebed van de tollenaar: "O God, wees mij arme zondaar genadig!" Ik weet, dat hij het meende.

Daarna vroegen Fritzsche, Von Schirach en Speer toegang tot het avondmaal. Ontroering greep me aan, toen ik die drie mannen geknield voor mij zag liggen, om brood en wijn te ontvangen. God had door Zijn Woord en Geest op machtige wijze aan hun harten gewerkt en als berouwvolle zondaren mochten ze de vergeving om Christus' wil aannemen.

Raeder, het hoofd van de Duitse zeemacht, werd een ernstig Bijbelonderzoeker, die steeds met voor hem onduidelijke Schriftplaatsen tot mij kwam en ook hij nam weldra met ons deel aan het Avondmaal.

Keitel, de chef van de Weermachtsstaf, verzocht me zijn dank over te brengen aan hen, die er aan gedacht hadden om geestelijke hulp te bieden aan hen, misdadigers. Onder tranen zei hij: "U hebt me meer geholpen, dan u kunt vermoeden. Moge Christus mij bijstaan".

Bij Von Ribbentrop vond ik aanvankelijk geen toenadering; later begon ook hij de Bijbel te lezen.

Met de dood voor ogen

Toen volgde de afkondiging van de doodvonnissen: Goering, Von Ribbentrop, Keitel, Kaltenbrunner, Rosenberg, Frank, Frick, Streicher en Seyss Inquart werden tot de strop veroordeeld. Hess, Funk en Raeder kregen levenslang; Von Schirach en Speer 20 jaar; Von Neurath 15 en Dönitz 10. Von Papen, Schacht en Fritzsche werden vrijgesproken. In de annalen van het Tribunaal staat deze dag geboekt als "de oordeelsdag".

Het grootste deel van de nog resterende tijd brachten wij nu in de "dodenkamers" door. Als een gunst van "de grote vier" mochten de veroordeelden nog één keer met hun vrouwen spreken. Het waren moeilijke ogenblikken voor ons allen.
Ik hoorde hoe Von Ribbentrop zijn vrouw liet beloven de kinderen in de vreze van de Heer op te voeden.
Sauckels echtgenote moest eveneens de gelofte afleggen, hun kinderen dicht bij bet kruis van Jezus groot te brengen.
Goering vroeg, wat zijn dochtertje Edda over vaders veroordeling had gezegd en moest horen, dat het kind hoopte pappa in de hemel weer te zien. Zelfs hij was op dat moment ontroerd en voor de eerste keer zag ik bij hem tranen. Hij vertelde me later, dat hij reeds gestorven was, toen de deur van zijn cel zich sloot achter zijn vrouw.

Dag en nacht bleven we nu bij hen, waarvan God ons de zielen had toevertrouwd. Bij sommigen herhaalden we ons bezoek 4 of 5 maal per dag.
Von Ribbentrop las het grootste gedeelte van de dag in zijn Bijbel.
Keitel werd het meest getroffen door teksten, die over de verlossende kracht van Christus' bloed spraken.
Sauckel was zeer geschokt en soms meende ik, dat hij vóór het uitvoeren van het vonnis zou bezwijken. Steeds bad hij hardop in zijn cel zijn lievelingsgebed: "O God, wees mij zondaar genadig".
Deze drie vierden voor de laatste keer in hun cel met mij het avondmaal. God had hun harten veranderd en nu, met de dood voor ogen, bij het verlies van alle materiële dingen en ook van hun onwaardige leven, mochten ze de beloften van God voor een arme zondaar omhelzen en wilde Jezus ook hun met zonde beladen zielen ontvangen.

Goerings zelfmoord

De avond voor de terechtstelling had ik een lang onderhoud met Goering. Ik wees hem op de noodzakelijkheid zich gereed te maken om God te ontmoeten. In de loop van ons gesprek, maakte hij echter verschillende bijbelwaarheden bespottelijk en weigerde hij te aanvaarden, dat Christus stierf voor zondaren. Er was een bewuste loochening van de kracht van het bloed. "Dood is dood" waren ongeveer zijn laatste woorden. Toen ik hem tenslotte wees op zijn kleine meisje, dat hem in de hemel hoopte weer te zien, antwoordde hij: "zij gelooft op haar manier, ik op de mijne".
Een uur later hoorde ik vele opgewonden stemmen en toen vernam ik, dat Goering zich het leven had benomen. Zijn hart sloeg nog, toen ik in zijn cel kwam, maar op een vraag die ik hem stelde, kreeg ik geen antwoord meer. Een kleine, lege ampul lag op zijn borst, zo ging hij de eeuwigheid in.

Het einde

Het ogenblik brak aan. Nu Goering was uitgevallen, moest Von Ribbentrop het eerst de gang naar de galg maken. Voor hij de cel verliet, sprak hij uit, dat hij al zijn vertrouwen op het bloed van het Lam stelde, dat de zonde van de wereld wegneemt en vroeg God zijn ziel genadig te zijn.
Toen kwam het bevel om de executie-kamer binnen te gaan. Zijn handen waren gebonden. Hij liep de 13 treden op, die naar de plaats van de terechtstelling voerden, en moest toen zijn naam opgeven. Daarop kreeg ik gelegenheid een laatste gebed uit te spreken en ……… hij was niet meer.

Ook Keitel ging, steunend op Gods vergevende genade, de eeuwigheid in.

Daarna werd Sauckel binnen geleid, die met een laatste groet aan zijn vrouw en kinderen, en een laatste gebed, zijn zondige, aardse leven met de eeuwigheid verwisselde.

Frick verzekerde me vlak voor zijn dood, dat ook hij geloofde in het reinigende bloed, en dat hij tijdens onze eenvoudige diensten Jezus Christus persoonlijk had ontmoet.

De laatste van onze groep was Rosenberg, die steeds alle geestelijke bijstand had geweigerd. Op mijn verzoek voor hem te mogen bidden, zei hij glimlachend: "Neen, dank u !" Hij leefde zonder Redder en stierf ook zonder Redder. Droevig lot!

Nog even wil ik Streichers einde vermelden. Eerst weigerde hij zijn naam te noemen en toen het ogenblik van zijn terechtstelling gekomen was, noemde hij de naam van zijn vrouw en ging daarop met een "Heil Hitler!" de eeuwigheid in.

Het was nu drie uur in de morgen en we besloten ons werk met enkele uren van gebed en dankzegging en een vernieuwde toewijding aan de Heer en Zijn dienst.

Keerpunt, 2002  

Al waren uw zonden rood als scharlaken,
Ik maak ze wit als sneeuw.
Uw vuurrode zonden zullen worden als witte wol.
(De Bijbel, vertaling "Het Boek", bijbelboek Jesaja hoofdstuk 1 vers 18).

Het verhaal van Henry T. Gerecke is overgenomen uit: Drie Kruizen en Negen Galgen, uitgave van "Het Zoeklicht". Voor Keerpunt is deze tekst bewerkt door Kees Langeveld en Jan Lievers.


Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:

info@keerpunt.net


Lijn ter afscheiding

Home

Klik voor homepage Keerpunt

Verhalen van mensen die veranderden