'Er is geen enkele reden om nog verder te leven'

lijn_keerpunt.gif (1634 bytes)

Pieter groeide op in een doorsnee Nederlands gezin. Omdat zijn ouders erop stonden, ging hij elke zondag mee naar de kerk. In de puberteit ontstonden problemen, die steeds grotere vormen aannamen. Ze werden zo groot, dat hij op een gegeven moment moe van het leven was. ‘Steeds vaker kwam de gedachte in me op: er is geen enkele reden om nog verder te leven, ik vind er helemaal niets aan’, vertelde Pieter. De dood leek de enige uitweg. Toch is hij na een lange periode uit het dal van de depressie gekomen. Nu, ruim tien jaar later, ziet hij zichzelf veranderd van een zielig hoopje mens in een gelukkige persoonlijkheid.

Pieter: ‘Het begon toen ik een jaar of zestien was. Ik zat op de MTS. In mijn klas was een groepje jongens waar ik erg graag bij wilde horen. Het waren stoere figuren, die de toon aangaven. Maar wat ik ook deed om het hun naar de zin te maken, ik bleef een buitenstaander. Er was maar één jongen die mij er zoveel mogelijk bij betrok. Hij nam me echter ook mee naar allerlei feesten, die er meestal op uitliepen dat ik dronken thuiskwam. Het drinken werd een verslaving. Als ik voor het slapen gaan geen alcohol gebruikte, bleef ik wakker liggen.’ ‘Ik draaide veel hardrockmuziek in die tijd. Soms, als ik deze muziek hoorde, voelde ik een sterke drang om naar het kerkhof te gaan. Dan dwaalde ik daar rond, op zoek naar iets. Wat dat was, wist ik niet. Ik vond het nooit. De frustraties werden steeds groter. Ik kon niets bedenken wat mijn bestaan zin zou geven. Tenslotte heb ik geprobeerd een einde aan m’n leven te maken. Angst voor de dood had ik niet. Ik wist dat ik naar God zou gaan. En dat leek me mooier dan het leven dat ik op aarde had. De enige reden waarom ik het steeds uitstelde, was dat ik m’n ouders niet zo’n verdriet wilde aandoen. De poging mislukte.

Mijn vader en moeder schrokken vreselijk. Ze lieten me onmiddellijk opnemen in een ziekenhuis. De weken die ik daar doorbracht, waren een verschrikking, zodat ik heel opgelucht was toen ik naar huis mocht. Dat gevoel duurde echter maar kort. Na een dag kwamen de depressies al terug. Levenslust kende ik niet.

De contacten met professionele hulpverleners waren in het begin een verademing, omdat deze mensen alle tijd namen om naar me te luisteren.’ ‘Op het moment dat ze met een oplossing moesten komen, bleef het echter stil. Dat frustreerde me. Zo sleepte het leven zich verder, maand na maand, grauw, vol depressiviteit.

Het zal een jaar later geweest zijn dat ik op een avond langs een grote tent fietste. Denkend dat het een circus was, keek ik even naar bin-nen. Wat een duf zootje, schoot het door mij heen toen ik zag wie er in de tent waren. ‘Het gaat hier zeker over Jezus’, zei ik tegen een jongen die naar mij toekwam. ‘Dat klopt’, antwoordde hij, ‘en vanavond speelt hier een goede band.’ Ik geloofde m’n oren niet, maar was er toch die avond.

Veel leuker dan de muziek vond ik het feit dat er jonge-ren waren die met mij wilden praten en niet meteen wegliepen zodra het over mijn problemen ging. De tent bleef een week staan. Ik kwam er elke dag. En daarna ging ik mee naar de koffiebar van Youth for Christ, waar deze jongeren vandaan kwamen. Ze luisterden niet alleen, maar reikten me ook de oplossing voor de moei-lijkheden aan.’ ‘Ik moest terug naar God. Dit antwoord was een behoorlijke afknapper en wel het laatste wat ik wilde. Ik was boos op God, want waarom overkwamen mij al die moeilijkheden? Aan de andere kant was ik toch blij dat ze me een oplossing boden. Ik zag ook dat deze Youth for Christ’ers iets hadden wat ik miste. Ze spraken met God alsof Hij een goede Vriend was. Ik wist helemaal niets van een persoonlijke relatie met de Heer. Langzamerhand ging ik inzien dat echte vrijheid alleen bij God is.

Het leven veranderde niet van de ene op de andere dag. ’s Avonds had ik veel last van neerslachtigheid. Dan ging ik een eind lopen en klaagde ondertussen bij God over alles wat me dwars zat. Vervolgens gaf ik mijzelf een denkbeeldige schop en dacht dat God wel schoon genoeg van mij zou hebben. Maar dat was niet zo. Hij luisterde met groot geduld. Als ik thuiskwam, was ik weer rustig.

De depressies namen af en verdwenen tenslotte helemaal. Ik ontdekte de waarde die je als mens voor God hebt. Hij accepteert je zoals je bent.’

 


Overgenomen van 'Verhalen bij de Bijbel', CD-ROM van Uitgeverij Medema, Vaassen.

Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:

info@keerpunt.net


Lijn ter afscheiding

Home

Klik voor homepage Keerpunt

Verhalen van mensen die veranderden