Ik was een heks

De jonge Larissa van Manen (schuilnaam) zit met levensvragen en de innerlijke pijn van een ouderlijke scheiding. Ze ziet geesten, ontwikkelt paranormale gaven en vindt antwoorden in de hekserij (wicca). Ze beoefent wicca-rituelen en sluit een verbond met de godin. Haar docente godsdienst wijst haar op een andere weg. Larissa maakt een geestelijke strijd door. Tenslotte geeft ze al haar paranormale gaven geeft over aan God. Ze overwint, ervaart vernieuwing en innerlijke heling. "Er is een nieuwe mens," schrijft ze in haar relaas.

lijn_keerpunt.gif (1634 bytes)

Ik was tien jaar toen mijn ouders gingen scheiden, ik ging bij mijn vader wonen, mijn zusje bij mijn moeder. Nooit sprak ik over de scheiding, ik deed alsof het me niets deed. De pijn die ik had, verstopte ik en sprak er nooit over. Het leek goed met me te gaan, maar in de realiteit was ik een bang verdrietig meisje verstopt achter haar gevoelens. Maar dit kon ik goed verbergen, zelfs zo goed dat ik het zelf niet meer in de gaten had.

Paranormaal begaafd

   Ik kwam met levensvragen: Waarom leef ik? Wat is het doel van het leven? Hoe komt deze wereld er? Hoe komt deze mooie natuur er? En zo nog een heleboel vragen, niemand kon mij de antwoorden geven, en ik bleef maar rondlopen met mijn onbeantwoorde vragen. Mijn moeder ging trouwen met een nieuwe man, waar ik flink veel verdriet van heb gehad, ik heb wel getuigd, uit de angst dat mijn geheimpje – over mijn gevoelens – verklapt werd.

   Ik ontdekte dat ik paranormaal begaafd was, ik kon geesten zien. Al gauw kwam de pendel in onze klas. Een pendel is een zwaarder gewichtje aan een touwtje die je de zogenaamde antwoorden op je vragen geeft. Ik ging mijn leven leiden naar de wil van de pendel. Achteraf zie ik pas hoe ik mijn leven daarnaar leidde, op dat moment had ik het zelf niet in de gaten.

   Ik werd nieuwsgierig en kwam er al gauw achter waar de paranormale boeken stonden in de bibliotheek. Ik verslond de boeken achter elkaar, ik trainde mijn paranormale gaven zo goed mogelijk. Ik leerde ook de geesten die ik zag weg te sturen. Elke geest kon ik wegsturen als ik dat wilde. Geweldig vond ik dat, mijn vader moest er niets van hebben, maar mijn moeder vond het wel grappig. Ik probeerde ook wat met toekomst voorspellen.

   Ondertussen was ik wanhopig opzoek naar iets wat mijn leegte in mijn gebroken hart kon vullen. Zo kwam ik in het gebied van jongens terecht waar ik mijn liefde zocht. Jongen na jongen had ik, maar daar vond ik mijn liefde niet.

Wicca

   Terwijl ik mijn paranormale gaven flink aan het trainen was, werd occultisme met de dag populairder. Ik sloeg eens een meidenblad open en las een artikel: ‘Mirjam is heks’, het artikel ging over een meisje dat heks is en allerlei bovennatuurlijke krachten had. Het artikel trok me onwijs aan en ik ging opzoek naar de hekserij, om precies te zijn de wicca. Wicca betekent letterlijk ‘wijze vrouw’. Wiccans geloven in een godin die de maagd, moeder en oude wijze vrouw moet voorstellen, en een god van de vruchtbaarheid en de jacht. Elk natuuraspect symboliseert volgens de wiccans de god of de godin, mannelijk en vrouwelijk dus. De godin symboliseerde de maan, de god de zon. Wiccans geloven ook in een heel ander scheppingsverhaal, te lang om nu uit te leggen. Alles aan de wicca trok mij aan; innerlijke rust, genezing, krachten, rituelen, enz enz. Wicca leek mij het volledige antwoord op mijn levensvragen te geven. Maandenlang droomde ik van die mooie rituelen die ik in het bos uit zou voeren. Bij mijn moeder thuis had ik mijn eigen altaar gemaakt, met alles erop en eraan, hiermee eerde ik de godin en voer ik mijn spreuken en alles uit. Voor mij was de wicca mijn antwoord op al mijn levensvragen, niet wetend dat ik zat vastgeketend in een leugen.

   Ik beoefende een aantal rituelen, spreuken en drankjes, en tenslotte wilde ik ingewijd worden. ‘Wicca is mijn levenspad,’ dacht ik. Ik sloot een verbond met de godin, met bloed verzegeld. Zij mocht mij doden als ik van de wicca weg zou gaan, dat was het verbond. Voor velen was dat wat ze tegenhield om zich in te wijden. Ik wilde een echte wijze wicca worden en ik wijdde me in. Voor mij was dat het mooiste moment, niet wetend dat ik hier later veel problemen mee zou krijgen. Mijn ouders wisten niets van mijn inwijding.

   Ik ging ook weer aan de slag met waarzeggerij, ik raadpleegde veel orakels, pendels, kaarten, dromen, cijfers, en weet ik veel allemaal! Niets was mij genoeg, ik moest alles weten en leren. Ik zat op een ‘christelijke school’, maar zelfs voor de docente legde ik kaarten! Niemand kon mij dan ook stoppen. Als ik de kans niet kreeg om rituelen uit te voeren, offerde ik wel allerlei dingen op aan de godin, dit waren maar kleine dingen, zoals fruit. Maar toch eerde ik de godin ermee. Ook sprak ik vaak met bomen, klinkt heel raar, maar ik kreeg wel antwoord door de gaven die ik had getraind. De wicca heeft ook een wet, van liefde. Je mag alles doen, zolang je maar niets schaadt. Een natuurwet, – zoals ik dat noemde – was: ‘je krijgt alles wat je doet in het drievoud terug’, dat weerhield mij van het ‘kwade’, de zwarte magie, de zwarte heksen. Ik deed aan witte magie, wat kon daar nou fout aan zijn?

Wicca en christin?

   Ik zat op een christelijke school en mijn godsdienstlerares kwam erachter dat ik wicca was. Er volgden veel gesprekken, ik had een soort afkeer tegen het christendom. Een groot sprookjesboek, noemde ik de Bijbel, het Woord van God. Door de gesprekken met de docente kreeg ik een beter beeld van het christendom, maar ik bleef bij mijn wicca. Ik begon zelfs te denken dat ik best wicca en christin kon zijn, dat ik uit allebei wijze dingen kon halen. Dat is een gedachte die veel mensen hebben, maar de God van het christendom is tegen hekserij, dus je kan absoluut geen christen en heks zijn!

   De docente liet mij schrijven met een andere ‘ex-heks’, zij was vijf jaar lang heks geweest, maar God had haar bij haar nekvel gepakt en teruggesleept. Zij vroeg mij te breken met hekserij en vertelde mij over de liefde van Jezus. Ik dacht: ‘Wicca is haar pad niet geweest, dat kan best, het christendom is haar pad, wicca is mijn pad.’ Ik geloofde dat ieder zijn eigen pad in het leven had. Het irriteerde mij dat christenen altijd aan iedereen moeten vertellen dat Jezus leeft, terwijl wiccans stil voor zich houden dat zij heks zijn. Ik begreep niets van christenen, niet over hun manier van praten, en niet de reden van hun vriendelijkheid, hun glimlach en de glans in de ogen. God was op een wonderbare wijze al in mij aan het werk, ook door de gesprekken en de brieven met de twee christenen.

Geestelijke strijd

   Ik kwam uiteindelijk in een geestelijke strijd, de vraag: ‘stel dat God nou wel bestaat…’ bleef in mijn hoofd zitten. Mijn denken werd één grote puinhoop en ik kreeg allerlei nare ontmoetingen met kwade geesten. Een meisje, een geest, – die ik gek genoeg niet weg kon sturen, maar wel in de naam van Jezus Christus – bezocht mij dag en nacht met angstaanjagende dingen. Het was al snel duidelijk dat zij wilde dat ik bij de wicca bleef, maar ik wist niet wat ik moest kiezen en gaf niet meer toe aan de wicca, hoewel ik wel verder ging met de rest van mijn occulte praktijken. De geest liet mij mijzelf haten en liet mij steeds weer in mijn eigen huid snijden. Steeds dieper en steeds meer.

   De docente wist van dit alles en nam me mee naar een evangelische kerk. Daar begon ik te huilen en wist ik dat God bestaat, ik wilde christen worden. De docente leidde mij mee naar voren en de voorganger bad met mij voor bevrijding van demonen. Ook verbrak hij het verbond met de godin dat ik had gesloten. Ik had toen helemaal niet echt een besef dat er nu iets heel groots was gebeurd, dat ik Jezus in mijn leven had binnengelaten. Ik zat met hele andere dingen in mijn hoofd, want nu had ik het verbond verbroken, en dat zou verschrikkelijke gevolgen hebben. Ik werd nog banger omdat ik nu zou sterven door het verbond.

   De strijd werd erger en op gegeven moment kon ik niet meer bidden en de geesten in de naam van Jezus Christus laten verdwijnen. Uiteindelijk heb ik een overdosis pillen ingenomen en ben ik door hulp van de docente met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Ik was de strijd meer dan zat, vaker heb ik een mes op mijn pols gelegd, en gesneden, maar nooit diep genoeg, ik was altijd bang voor de dood. Nu kon niets me meer schelen en wilde ik echt graag dood. Maar nadat ik een flink aantal pillen slikte, kreeg ik spijt, er kwam een strijd tussen leven en en dood. Gelukkig kreeg ik in het ziekenhuis geen kans om nog wat te doen, dus ging daar alles goed.

   In het ziekenhuis geloofde ze me natuurlijk niet, ik was nog van streek en vertelde alles. Ze lachten me uit en ik kreeg een psychiater aan m'n bed, maar aan die man had ik ook niets omdat hij zei dat heksen niet bestaan. Heksen bestaan wel degelijk! Was ik niet degene die probeerde uit de hekserij te stappen?

Nieuwe start

   De pillen deden niets op mijn maag, dat is een groot wonder van God, ik heb nooit echt last van de pillen gehad. Een aantal dagen later liet God mij zien dat ik een nieuwe start mocht maken, dat betekent; ik ben een schoongewassen (witter dan sneeuw) nieuwgeboren kind in Christus! Voor Christus was ik een nieuw mens, alsof ik geen enkele zonde had begaan! Een aantal gaven heb ik bewust overgegeven aan de Heer, ik heb gezegd “Heer als dit geen gave van U is, dan mag U er mee afrekenen”, en dat heeft Hij ook gedaan. En de gave van geesten… dat was er gewoon niet meer! Dat hoorde niet meer bij mijn nieuwe leven en dat heeft Jezus gewoon van mij weggenomen!

  Halleluja! Jezus Christus leeft en ik ervaar Hem sterk in mijn leven. We mogen feest vieren ter ere van Hem! Voor mij geldt sterk de tekst van Psalm 116 verzen 7-9 in de Bijbel:

Mijn hart kan weer helemaal tot rust komen, omdat de Here voor mij heeft gezorgd. U hebt mij voor de kaken van de dood weggerukt, mijn tranen gedroogd en elke steen waarover ik kon struikelen voor mij weggenomen. Ik leef dicht bij de Here en ik mag leven!

   God heeft alle pijn die in mij zat, ook die van de scheiding die ik voelde opborrelen, weggehaald! Echt, ik stond even verbaasd, maar ik merk zo aan mezelf dat alle pijn echt helemaal weg is. God doet zoveel wonderen om ons heen, en ook in ons. Voel je nooit te min om door God aangeraakt te worden!

   Ik wil hierbij een waarschuwing geven voor hekserij en andere vormen van occultisme, God waarschuwt je niet voor niets! God wilt het beste met je, Hij vertelt je regels omdat Hij van jou houdt! Jezus Christus, Zijn Zoon, is voor jou de weg gegaan, Hij is voor jou gestorven! Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven! Er is geen ander pad, ja wel doodlopende paden, maar alleen Jezus heeft het pad naar het eeuwige leven, niemand anders! In de Bijbel zegt psalm 13 vers 6 :

Maar ik vertrouw op Uw goedheid en liefde; mijn hart zal zich verheugen in Uw heil; ik zal voor de Heer zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft.

   Niet lang daarna ben ik gedoopt in de gemeente waar ik tot geloof kwam en waar ik nu nog steeds zit. Mijn doop was een erg bijzonder moment in mijn leven. Mijn oude leventje bleef in het water achterliggen, ik kreeg een heel nieuw leven voor me. Niets uit mijn verleden kan mij nog tegenhouden om Jezus te volgen, mijn oude leventje is er niet meer. Er is een nieuwe mens, ook ik maak vaak nog fouten, maar Jezus is nu in mij, en Hij zorgt voor mij.

 Larissa maakt een nieuwe start
Een nieuwe start, gesymboliseerd door de doop

   Met dit woord van mijn getuigenis wil ik mensen oproepen: Begin een nieuw leven!. En met dit woord van mijn getuigenis eer ik Jezus en dank ik Hem voor dit mooie wonder dat zoveel voor mij betekent. En met dit woord van mijn getuigenis en het bloed van het Lam verslaan wij met Jezus de duivel:

En zijzelf hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis (Bijbel: Openbaring hoofdstuk 12 vers 11)

Gods zegen, liefs.

Larissa van Manen (schuilnaam), 2003

(c) Keerpunt 2003.
Om reden van privacy wordt een schuilnaam gebruikt.


Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:

Mail ons