Cassie Bernall was een heel moeilijke tiener. In 1997 kwam echter een ommekeer. Twee jaar later werd ze op school doodgeschoten toen ze 'ja' antwoordde op de vraag of ze in God geloofde.
Cassie was een gewone tiener van 17 jaar. Die dinsdagochtend
begon zoals de meeste dagen. Het kostte haar moeite om op tijd op te staan en naar school
te gaan. Aan het eind van de morgen ging ze naar de schoolbibliotheek om haar huiswerk
voor Engels te maken. Ze was nog maar net bezig toen er een leraar binnen kwam stormen,
die riep dat er jngens met geweren in de gang waren. Er klonken schoten, steeds
dichterbij.
Twee jongens kwamen binnen. Een van hen vroeg Cassie of ze in God geloofde. Ze was even stil, maar zei toen vastberaden: 'Ja'. Daarna vroegen ze haar waarom, maar wachtten niet op antwoord. Ze schoten haar van dichtbij door het hoofd.
Cassie was een van de dertien jongeren, die op 20 april 1999 werden vermoord door twee medescholieren, die daarna zelfmoord pleegden. Haar moeder schreef een boek over dit drama en over Cassies leven uit wat ze hoorde van medestudenten en vrienden van Cassie. Het is een eerlijk verhaal geworden over een tienerdochter die een moeilijke puber was. Het is ook het verhaal van de pijn van een moeder en van haar vragen over een zinloze moord.
Cassie groeide met haar broer en ouders op in een gelukkig gezin. Maar in haar tienerjaren begon ze zich extreem af te zetten tegen haar ouders. Dit werd zo erg dat ze hen zelfs wilde doden. Met een paar vrienden was ze gefascineerd door moord, hekserij en experimenteerde ze met drugs. Toen haar ouders dit ontdekten, stuurden ze Cassie naar een andere school en gingen ze haar streng controleren. Cassie was woedend. Uiteindelijk zijn ze zelfs verhuisd omdat Cassies oude vrienden het gezin treiterden en aan Cassie bleven trekken.
Langzamerhand kwam er verandering in deze moeilijke periode. Cassie ging naar een jeugdgroep van de kerk. De eerste avond was ze ontzettend afstandelijk en onzeker, herinnert een van de jongeren zich. Ze droeg een spijkerbroek en legershirt met een marihuanablad aan een kettinkje om haar hals. Ze had een harde uitdrukking op haar gezicht en wilde niet praten met de anderen. Maar ze kwam wel terug.
Op een jeugdweekend van de kerk in maart 1997 kwam de ommekeer: Cassies muren gingen omver. Ze vertelde God alle dingen waar ze spijt van had. In een opstel schreef ze later: 'Pas op dat moment zag ik werkelijk in dat ik de verkeerde kant was opgegaan. Ik had slechte keuzes gemaakt en er was niemand die ik daarvan de schuld kon geven, behalve mezelf iets wat ik tijdens mijn verdrietige periode voortdurend ontkend had.'
Hoewel haar moeder eerst tamelijk sceptisch was, werd Cassie vanaf dat moment heel anders. Haar ogen stonden weer helder, ze glimlachte en werd vriendelijk. Cassie had weer zin om te leven.
Ze werd een tiener die zich druk maakte over haar
gewicht en uiterlijk, die zich afvroeg of andere jongeren haar mochten en al dat soort
gewone tienervragen.
Maar ze was ook een jongere die de moed had om voor haar geloof uit te komen, zelfs toen
haar dat haar leven kostte.
Haar moeder concludeert aan het eind van het boek: 'Toch weet ik dat Cassies dood niet
voor niets is geweest, dat het een overwinning van eerlijkheid en moed was. Voor mij
betekent Cassies leven dat het beter is om te sterven voor wat je gelooft, dan om te leven
met een leugen.'
N.a.v. 'Cassie zei Ja'; door Misty Bernall; uitgeverij Ark boeken, Nederland. 157 pagina's. ISBN: 90338 13513.
Alinda Rutgers.
Eerder gepubliceerd in Ongelooflijk, jaargang 2000, nr. 3.
Keerpunt, 2001
Wilt u naar aanleiding van dit verhaal reageren naar Keerpunt of wilt u weten hoe ook u kunt veranderen? Stuur een e-mail naar Keerpunt:
Verhalen van mensen die veranderden