De Doop

Download

By Cor van Rij


Hoi allemaal,
tijdens de opstartavond van onze bijbelstudie had ik dus het onderwerp van de doop aangedragen. Ik ben al enige tijd geinteresseerd in de doop als sacrament en dan vooral in de vraag kinderdoop of volwassendoop of zoals de evangelischen het zeggen verbondsdoop vs geloofsdoop. Ik weet eigenlijk niet eens meer precies waardoor mijn interesse in dit onderwerp voor het eerst gewekt is. Misschien was het omdat enkele mensen bij ons uit de kerk ervoor gekozen hadden om zich te laten overdopen misschien het gemak waarmee het doopformulier (1, pag 514) zegt "dat de doop in plaats van de besnijdenis is gekomen" met een tekstverwijzing waar ik niets van begrijp, misschien iets anders. Hoe dan ook, het blijft voor mij een actueel onderwerp, zeker nu Corine mijn schoonzus zich enkele weken terug heeft laten dopen. Hidde vertelde toen ook dat er binnen zijn familie ook een gezin van plan was zich opnieuw te laten dopen.

Geschiedenis

Wat mij tijdens het lezen van boeken de over de doop opviel is dat het, letterlijk!, al een eeuwenoude discussie is. Achteraf realiseerde ik mij dat ik dit eigenlijk ook al wist. De NGB (2) spreekt al een oordeel uit over de wederdopers. Maar de discussie blijkt terug te gaan tot voor de reformatie, zelfs in de begintijden van de kerk waren al discussies over de doop. Alister McGrath (3) beschrijft in zijn boek de mening van enkele aartsvaders: "Origenes (+/- 185 - 352 na Christus) spreekt erover als iets dat overal plaatsvindt, en hij rechtvaardigt het op basis van de universele menselijke behoefte aan de genade van Christus... In Tertullianus (+/- 160 - 230 na Christus) komen we echter een tegenstander van de kinderdoop tegen; hij beweerde dat kinderen pas gedoopt behoren te worden als ze 'Christus kennen' "

Vrijgos

Om te voorkomen dat het allemaal te uitgebreid wordt ga ik niet verder in op de argumenten die oa binnen de gereformeerde kerken te vinden zijn voor de verbondsdoop/kinderdoop. Voor de mensen die het nog graag eens na willen lezen, zie het doopsforumulier (1), de NGB (2) en ook de HC (5).

Volwassendoop

Goed, vanaf hier zal ik mij vooral richten op argumenten voor de volwassendoop, vaak ook wel geloofsdoop genoemt. Er valt veel over te zeggen en er zijn veel mogelijkheden om mee te beginnen. Maar goed laten we beginnen bij wat Derek Prince 4) noemt in zijn lecture. De instelling van de doop door Jezus Christus gebeurt in Mat 28:18-20: maak mede leerlingen, als iemand mede leerling is geworden, doop hen dan in de heilige drie eenheid en als bewijs van bereidheid. hij begint dan een nieuw leven waarin hij verder wordt onderwezen. Waarin ook een opdracht ligt voor degene die doopt. Dit zal zo door moeten gaan tot dat Jezus terug komt. Er zal nooit een reden zijn om dit aan te passen want het is door God zelf ingesteld. In het NT worden vier duidelijke voorwaarden gesteld voordat iemand gedoopt kan worden. Dit zijn, in wat waarschijnlijk de meest logisch volgorde is; Ik wil niet controversieel zijn, maar het is denk ik niet te betwijfelen dat een kind geen van zijn voorwaarden kan voldoen. Een kind kan zich niet bekeren, een kind kan niet geloven, een kind kan geen discipel worden en een kind kan nog niet voor God staan met een schoon geweten, om deze reden kan het niet zo zijn dat de ingestelde doop van toepassing is op kinderen. (Je zou hier natuurlijk tegen in kunnen brengen dat dit gezegd wordt tot de heidenen en niet tot de kinderen. Het is wel typisch dat er in al deze teksten verder niet wordt gerept over "voorwaarden" waaraan kinderen zouden moeten voldoen. Waar bij het Avondmaal gevraagd wordt om zelfbeproeving, er wordt gewaarschuwd tegen verkeerd misbruik wordt er bij de doop niets gemeld want dan voor kinderen zou gelden.)

De zendingsopdacht

Een punt wat ik erg opvallend vind, is dat de zendingsopdracht/doopinstelling in Mattheus 28:19-21 zo eenvoudig is, zo haast "tussen neus en lippen" door. Dit komt waarschijnlijk omdat het dopen voor de leerlingen geen nieuw iets was. Ze hadden het al vaker zien gebeuren en ook vaker zelf gedaan. Kijk bijvoorbeeld in Joh 3:22 "Hij (=Jezus) bleef daar (=het gebied van Judea) enige tijd met hen (=zijn leerlingen) en doopte er." Later in begin van Johannes 4 wordt het weer genoemd (1-2) "De Farizeeen hoorde dat Jezus meer leerlingen maakte en doopte dan Johannes. - Jezus doopte overigens niet zelf maar zijn discipelen - ". De discipelen hadden dus ervaring met dopen en de opdracht aan het eind van Matteheus is dus eigenlijk een opdracht om door te gaan waar ze al mee begonnen waren, leerlingen maken en deze dopen.

Laat de kinderen

Deze geschiedenis van het zegenen van de kinderen wordt beschreven in Mat.19:13-15 en Marcus in 10:13-16. Hieronder kijk ik naar Mattheus maar nu hier eerst naar Marcus. Als eerste is het belangrijk om te weten dat de 4 evangelie schrijvers hun boek anders hebben geordend.Marcus en Lucas chronologisch en Mattheus en Johannes vooral (maar niet uitsluitend) op basis van onderwerp. In Johannes 3:22-24 word beschreven dat Jezus in Judea was en er doopte en dat Johannes (de doper) toen nog niet gevangen was gezet. Dit dopen vond dus plaats voor Marcus 6:14-29 waarin beschreven wordt hoe Johannes in de gevangenis aan zijn einde kwam en dus ook voor Marcus 10. Waarom zegent Jezus de kinderen dan en doopt hij ze niet? Zou het niet zo kunnen zijn dat de doop nooit voor kinderen is bedoeld?

Wat is de plaats van kinderen?

Maar de kinderen dan!?! Wat is hun plaats? Worden zij door God gered? Als ouder wil je toch dat je kind door God wordt erkend? Absoluut en zondermeer ! Kijk bijvoorbeeld eens naar de volgende teksten die laten zien hoe bijzonder God kinderen vind: Maar je bent vader of moeder, hebt net een nieuw kindje gekregen. Dan wil je daar toch iets mee naar God? Het bijbelse patroon is dat wat de ouders van Jezus ook met hem hebben gedaan. Ze lieten hem niet dopen maar brachten hem naar Gods huis voor Hem.

De betekenis van de doop.

Vandaag kijken we niet primair naar de betekenis van de doop maar naar wat anders, toch is het goed om er bij stil te staan. Paulus schrijft in wat wij nu Rom 6: 3- 11 noemen: "Door de doop die ons één maakte met Christus Jezus, werd zijn dood ook onze dood. Dat weet u toch wel! Door de doop zijn we dus met hem gestorven en begraven. En zoals Christus uit de dood is opgewekt door de verheven macht van de Vader, zo gaan ook wij een nieuw leven leiden. Want als wij één zijn geworden met Christus door te sterven zoalsHij, zullen wij ook één met Hem zijn door op te staan zoals Hij. Dit weten we: de zondige mens die we vroeger geweest zijn, is met Christus aan het kruis geslagen om aan ons zondig bestaan een einde te maken, en zo staan we niet langer in dienst van de zonde. Want de aanspraken van de zonde gelden niet meer voor wie gestorven is. We zijn gestorven met Christus; daarom geloven we dat we met hem ook zullen leven. Want we weten dat Christus uit de dood is opgestaan en niet meer kan sterven; de dood heeft geen macht meer over hem. Want door de dood die hij stierf, heeft hij afgerekend met de zonde, eens en voor al. Maar nu hij leeft, leeft hij alleen voor God. Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde maar levend voor God, in uw eenheid met Christus Jezus." Als je deze tekst zou moeten samenvatten in een woord dan waarschijnlijk identificatie. Jezus identificeerde zich zelf met een verloren mensen. Dit gebeurde op drie verschillende manieren: Als Paulus de Corinthiers schrijft, vat hij het geloof wat hij gebracht heeft samen tot: "Het belangrijkste dat ik u heb doorgegegen... is dat Christus gestorven is voor onze zonden, dat Hij is begraven en dat Hij op de derde dag is opgewekt, overeenkomstig de schrift" (1Cor. 15:3-4). Of anders in Col. 2: 6,11-13 "U hebt Christus Jezus aanvaard als de Heer; leef dan in verbondenheid met Hem.... 11 Door die verbondenheid bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar door Christus, die u ontdaan heeft van uw hele zondige bestaan. 12 In de doop bent u immers met hem begraven, zoals u ook met Hem ten leven bent opgewekt door uw geloof in de kracht van God die hem uit de dood heeft opgewekt. 13 Vroeger was u dood door uw overtredingen en uw heidense levenswijze, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt, en hij heeft al onze overtredingen vergeven." Er vallen natuurlijk paralellen te trekken met het volk Israel dat uit Egypte wordt geleid (overgeven aan God met het paaslam, uittocht uit Egypte als afscheid van het nieuwe leven, de doortocht in geloof door de Rode Zee waarin het verkeerde achterbleef en verdronk en alleen het geloof overbleef, een nieuw leven met nieuwe zuivere wetten) en met de ark van Noach (alleen gelovigen gingen in de ark, het oude stierf, de gelovigen bleven achter), het gesprek met de Sameritaanse vrouw ("stromen van levend water") maar dan wordt het helemaal een lap tekst. Punt is water staat altijd voor afwassing, venieuwing en geloof.

Abraham en de doop

Vroeger had ik het mij nooit zo gerealiseerd maar eigenlijk is het heel bizar dat wij ook opeens tot Gods volk behoren. Vroeger waren het alleen de Joden die toegang hadden tot God. Zelfs voor de apostelen was het een heel erg vreemd idee dat God er ook voor heidenen zou zijn. Petrus krijgt maar liefst 3x achter elkaar een visioen om uit te leggen dat het evanglie nu toch echt ook voor de niet-Joden was. Uiteindelijk gaat hij toch mee naar Cornelius. Als hij is aangekomen moet Cornelius hem nog vertellen wat er moet gebeuren en als Petrus dan eindelijk het evangelie vertelt, komt de Heilige Geest dan ook opeens alle mensen die luisteren. Petrus denk dan heel hard na en komt uiteindelijk tot de conclusie dat als God zelf zijn Heilige Geest geeft het niet mogelijk is dan de doop te weigeren. (Hand 10:47) Hij neemt dan de verantwoordelijkheid en beveelt dat deze mensen dan gedoopt moeten worden. Een besluit waar hij zich later in Jeruzalem nog uitgebreid voor zal moeten verantwoorden. Guess what, wij zijn net als deze Cornelius misschien ook gelovig, maar dan wel gelovige uit de heidenen. Paulus schrijft later uitgebereid over hoe deze mensen dan tot Gods familie komen: "Het teken van de besnijdenis ontving Abraham pas later, als bezegeling van het feit dat God hem gerechtvaardigd had om zijn geloof op een moment dat hij niet besneden was. Zo werd hij de vader van alle mensen die niet besneden zijn maar wel geloven, om daardoor rechtvaardig verklaard te worden." (Rom 4:11). Wij worden pas kinderen van Abraham door het geloof, niet omdat onze ouders het zijn, niet omdat wij naar de kerk gaan, niet omdat wij gedoopt zijn als kind. Nee, door het geloof worden wij kind van Abraham. "De belofte steunt dus op het geloof." (Rom. 4:16.) Er zijn nog twee teksten die ik graag hier wil laten zien:
  1. Gal. 3: 6-9,25-27 "Kijk naar Abraham: hij geloofde God en God verklaarde hem daarom rechtvaardig. Dus u ziet: kinderen van Abraham zijn zij die geloven. De Schrift voorzag dat God de niet-Joden door het geloof zou rechtvaardigen. Daarom heeft ze aan Abraham toen al het grote nieuws bekendgemaakt: In u zullen alle volken worden gezegend. Wie geloven, delen dus samen met de gelovige Abraham in de zegen...Maar nu het geloof is gekomen, hebben we niet langer een oppasser (=de wet) nodig, want u bent allemaal kinderen van God door het geloof in eenheid met Christus Jezus. De doop heeft u allen met Christus verenigd; u hebt Christus aangetrokken als een kledingstuk."
  2. Col. 3: 9-10 “Lieg ook niet tegen elkaar. U hebt immers de oude mens met zijn praktijken uitgetrokken en de nieuwe mens aangetrokken, die voortdurend vernieuwd wordt, naar het beeld van zijn Schepper, tot hij de ware kennis bereikt.”
Enkele dingen die mij opvallen als ik deze teksten lees:

Argumenten

Tijdens gesprekken over de doop worden vaak dezelfde argumenten gebezigd (niet dat dat verkeerd is natuurlijk). Echter er zijn enkele veel gehoorde argumenten die op het eerste gehoor heel redelijk klinken maar als ik er nader naar kijk heb ik er persoonlijk wat moeite mee en soms zijn misschien niet echt bijbels. De doop staat symbool voor het sterven van de onze oude mens met Christus, het begraven van ons verleden en een nieuw leven. "De kinderdoop is een teken van God, God neemt het initiatief tot een verbond in zijn genade en wij, als wij tot volwassenheid zijn gekomen mogen hierop reageren door belijdenis maar vooral door ons leven als dankoffer te geven. Als je je als volwassenen laat dopen dan neem jij het initiatief en moet God als reactie hierop zijn Geest uitstorten." Hoewel dit argument heel eerbiedig klinkt, snijd het denk ik geen hout. Ook bij volwassendoop ligt het initatief bij God 1) voor het instellen van de doop en 2) voor het geloof. Zie bijvoorbeeld Fil. 2:13 "God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt. " Hoewel niet direct een argument voor de kinderdoop, wordt het toch vaak gebruikt als "circumstantial evidence" oftewel indirect bewijs. Dit zit dan zowel in het zegenen van de kinderen als in de zinsnede: "wat voor zodanigen is het koninkrijk Gods" (NGB51). Deze geschiedenis wordt beschreven in Mat. 19:13-15 en Marcus in 10:13-16. Hier wil ik naar het gedeelte in Mattheus kijken. In Matteus 18 heeft Jezus een gesprek met zijn leerlingen over wie het belangrijkste is in het hemelse koninkrijk. Hij plaats dan een kind in het midden van de kring en zegt dan "...als je van gezindheid verandert en wordt als kinderen", Mat. 18:4 (GNB). Het "als" is hier vergelijkenderwijze gebruikt. In Mattheus 19 herinnert Jezus zijn discipelen hier nog eens aan: "voor wie zijn zoals zij is het hemelskoninkrijk" (GNB), "want voor zodanigen is het hemels koninkrijk". Ook hier is het weer vergelijkenderwijs bedoelt. Er wordt vaak geredeneert: "de doop is in plaats van de besnijdenis gekomen, de besnijdenis was voor kinderen dus de de doop is ook voor kinderen" Dan moet de redenering ook consequent worden door getrokken, in de oude bedeling was de besnijdenis het teken dat we onder de wet stonden als de doop nu in plaats van de besnijdenis is gekomen als anders gezegd als wij ons met de doop laten besnijden dan staan wij ook nu nog onder de wet en dan slaat wat Paulus in Galaten 5:3-4 zegt "ik verzekere iedereen die zich laat besnijden dat hij verplicht is de hele wet na te leven. Als u probeert door middel van de wet rechtvaardig te worden, is uw band met Christus verbroken en hebt u Gods genade verbeurd."... "En bij de wet komt het niet op geloven aan, want, zo staat er: Wie doet wat in de wet staat, die zal leven." (Gal. 3:12)... "...en zijn huis werden gedoopt". In Handelingen wordt verschillende keren beschreven hoe X en "zijn hele huis werden gedoopt". Met de zinsnede het "hele huis" zou dan zowel bedoeld worden: slaven, ouders en kinderen, knechten. Maar goed eerst alle huisteksten op een rij (mocht ik er nog een vergeten zijn dan hoor ik het graag):
  1. Petrus en Cornelius, Hand. 10:1-48
  2. Lydia de puperverkoopster, Hand. 16:11-15
  3. Gevangenisbewaarder van Filipi, 16:16-34
  4. Crispus bestuurder van de Synagoge, 18:1-8

  1. Om met de laatste tekst Crispus te beginnen. Hierin wordt beschreven hoe de Joden Paulus bespotten. Echter de bestuurder van de synagoge kwam met al zijn huisgenoten tot geloof. Echter over de doop van hem wordt verder niet gesproken. Het is misschien verleidelijke om huisgenoten, geloof en doop met elkaar te combineren, echter doop wordt gewoon niet genoemd, kinderen ook niet. Deze tekst kan dan ook zowel linksom als rechtsom worden gebruikt.
  2. Na een aardbeving wordt een de gevangenisbewaarder in Filipi (van wie de naam verder onbekend is) christen. Er staat "Geloof in de Heer Jezus ,,, en u zult gered worden, u en de uwen. ... daarna liet hij zich dopen met allen die bij hem hoorden. en met al zijn huisgenoten vierde hij vol blijdschap dat zij nu geloofden in God". Nu is het belangrijk om consequent te zijn. Als zoals dus wel wordt beweerd "huis" slaat op iedereen (volwassen en kinderen) moet “geloofden” ook slaan op iedereen en dus ook op de kinderen. Echter met alle respect, een kind kan misschien veel, maar nog niet geloven.
  3. In Filipi maakt Paulus eerst nog kennis met Lydia. "Toen ze zat te luisteren, zorgde de Heer dat hart hart zich opende:(kwam dus tot geloof) ze was vol aandacht voor wat Paulus zei. Ze werd gedoopt samen met haar huisgenoten." Hier wordt gesproken over God die geloof geeft en over de mens die zich gehoorzaam laat dopen, je kan hier misschien ook nog kinderen in zien als je wilt maar het voelt dan wat kunstmatig.
  4. De eerste “huistekst” in Handelingen is die over Petrus die een bezoek brengt aan de Romein Cornelius. “Hij was nog aan het spreken toen de heilige Geest neerkwam op allen die naar de boodschap luisterden.... “Toen zei Petrus: ‘Zou iemand deze mensen het water van de doop kunnen weigeren? Mensen die net als wij de heilige Geest hebben gekregen!’” (Hand. 10: 44,46b,47). Petrus spreekt hier de mensen toen, de mensen die luisteren, die bewust en actief aandacht geven, die mensen krijgen de Heilige Geest. Dan komt de retorische vraag van Petrus aan zijn metgezellen ‘zou iemand deze mensen het water van doop kunnen weigeren?’

Samenvatting

Vanaf de vroeg christelijk kerk is er al discussie omtrent de doop.Ook na de reformatie blijft er discussie over de uitvoering van de doop. In het Nieuwe Testament worden er 4 eisen gesteld waaraan de dopeling moet voldoen: bekering, geloof, discipelschap en een schoon geweten. Hoewel initieel alleen Israel zich mocht rekenen tot Gods volk, mag nu iedereen die gelooft zich een kind van Abraham noemen. Omdat Jezus kinderen liefheeft en omdat wij alles van God gekregen hebben bestaat er de mogelijkheid om onze kinderen in dankbaarheid terug te geven aan God en zijn zegen over hen te krijgen.

Literatuur

Geschriften, boeken en lezingen waar ik gebruik van gemaakt heb:

Appendix 1 Het moment van de doop

Even een kort uitstapje over het tijdstip van de doop. Derek Prince (4) merkt op dat het lijkt dat de doop aan de bekeerden in Handelingen vaak met spoed werd uitgevoerd: Dit was dus de houding van de NT predikers, als je gelooft wat aarzel je nog? Laat je dopen! Kijk bijvoorbeeld ook eens naar deze teksten: Je kunt afvragen of het bijbels is om zelfs zoveel als een dag te wachten tussen het moment dat iemand tot geloof komt en zijn doop.
NB1. Zou het toeval zijn dat in het zendingsbevel in Mat 28 staat in de volgorde "maakt alle volken tot mijn discipelen en doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hun alles onderhouden wat ik jullie heb opgedragen?” Als iemand geloof dan mag, nee dan moet hij gedoopt worden. Cathechese kan en moet daarna.
NB2. Jezus geeft opdracht tot het maken van discipelen, niet tot het werven van nieuwe leden voor onze kerk. Onze plaats is aan zijn voeten, en te leren van hem. Zie bijvoorbeeld ook de geschiedenis Martha en Maria.